RECENSIE 'THE UNIVERSAL MASTERS COLLECTION'
ALOHA
Mike Schepers, november 2003 Op de hoesfoto poseren ze ongemakkelijk in stoere leren jekkies: de wetenschapper annex gitarist Eus van Someren, bassiste Emilie Blom van Assendelft, de drummende ex-Scooter Jeroen Booy, toetsenist Otto Cooymans en ouwe rocker Thé Lau. Als er iets aan The Scene mankeerde was het wel hun onduidelijke imago. Dat ze lange tijd niet konden kiezen tussen de Engelse en Nederlandse taal deed de zaak ook geen goed. Muzikaal leverde die onwaarschijnlijke mix van persoonlijkheden echter een hypnotiserend rockgeluid op, terwijl Thé Lau zich langzaam ontwikkelde als één van Nederlands meest oorspronkelijke songschrijvers. Na een lange aanloopperiode vond de band zijn topvorm op de klassieke albums 'Blauw' (1990) en 'Open' (1992). Daarna werd het succes stilaan minder en eind 2002 besloot voorman Thé Lau de stekker eruit te trekken. Nu alle hoogtepunten uit het oeuvre ('Blauw', 'Rigoreus', 'Open', 'Samen' etc.) achter elkaar langskomen, besef je weer wat een topband The Scene was. Thé Lau vond zijn stem toen hij definitief overschakelde naar de Nederlandse taal. De tragiek was dat de afzetmarkt daarmee te klein werd om op basis van pure kwaliteit te overleven. « [Media] |