1. Feest. |
FEEST
Hier is het eind, het eind van het feest
kom, we gaan naar beneden
de bloemen zijn dood, de flessen zijn leeg
het was mooi, maar nu is het verleden
De menigte weg, de herrie verstomd
wat het waard was zal moeten blijken
kom met me mee, stap uit de zon
de wereld hoeft nu niet te kijken
Hemelvaartsochtend, heldere zon
kom, we gaan naar beneden
het feest is geëindigd zoals het begon
lach nog eenmaal voor mij, wees tevreden
Jij was zo mooi
jij was prachtig
maar jij hebt je strijd nu gestreden
BLAUW
Ik heb vannacht gedronken en gezien
hoe geen vrouw ooit krijgt wat ze verdient
het zien duurt een seconde, de gedachte blijft voor altijd
ik heb vannacht gedronken en gezien
Ik heb vannacht gekeken en beleefd
hoe geen vrouw ooit terugkrijgt wat ze geeft
er is geen macht ter wereld die niet vroeg of laat opzij trapt
ik heb zojuist gekeken en beleefd
Ik heb zojuist gedronken en gezien
hoe jij van mij nooit krijgt wat je verdient
als weer één die altijd vooruit en daarom nooit opzij kijkt
ik heb zojuist gekeken en gezien
Blauw, blauw, blauw
keer ik terug naar jou
Het zien duurt een seconde, de gedachte blijft voor altijd
hier kom ik aan, hier ben ik lief, ik geef mezelf aan jou
HET WERK VAN GOD
Het plafond lijkt honderd meter hoog
de ramen geven licht als in een kerk
aan een blinkend’ witte wolk van beddengoed en zilverwerk
mijn mond voelt stijf en droog
Met alles raak je ooit verzoend
maar ik, ik zweef boven de grond
mijn gevoel is nog wel puur, maar mijn gedachten tollen rond
er is niets dat ik kan doen
Als met een simpele beweging van de hand
heeft iets of iemand je leven uitgewist
en niet dat van iemand anders die door niemand wordt gemist
mijn hoofd schreeuwt moord en brand
Ik kijk naar het werk van God
naar de gaten die het slaat
de zon verlicht de lege plek die jij achterlaat
die ik zie als het werk van God
VOLLE MAAN
Volle maan, volle maan
ik wacht buiten de zaal
en luister naar de echo
van een luid en hels kabaal
ik voel me leeg en nutteloos
mijn arbeid is gedaan
mijn vriend beroer nu maar de toets die zingt
we moeten gaan
Volle maan, volle maan
ik heb net veel gezien
van oude trouwe rauwe lust
door jou gewekt misschien
ik voel me leeg en rusteloos
mijn arbeid is gedaan
mijn vriend, beroer nu maar de toets die zingt
we moeten gaan
Volle maan, volle maan
wie zijn wij ooit geweest
voor we rechtop konden staan
de gave is onze geest
ALCOHOL
EN TRANEN
Een zuiver hart kent geen sentiment
overpeinzing in een bijna leeg café
het tikken van de ballen neem ik mee
het biljart van alles nog het meest present
Het zuiver hart, het kent geen sentiment
het is een veilig hart, uit op zelfbehoud
ik zie dit nu, ik heb mezelf herkend
ik ben vrij en ik heb het koud
Het zuiver hart zucht zachtjes van genot
het klopt tevreden in de maneschijn
en waar het was is alles nu kapot
maar ach, het wilde lief en aardig zijn
Alcohol en tranen tonen mij aan jou
alcohol en tranen drijven mij naar jou
De tranen voor m’n vader
en de tranen voor m’n vrouw
de tranen voor de wereld
en de tranen van berouw
maar ook de tranen van de wodka
de tranen van berouw
RIVIER
De rivier is oppermachtig
een waarachtig vrouwelijk dier
haar water glinstert prachtig
iedereen kijkt naar de rivier
Transparant als water hun verlangen en hun hoop
hun oogopslag is net een open lade
transparant hun woede, kijk, je ziet het aan de loop
van de mannen en de vrouwen aan de kade
Transparant de heupbeweging en de korte lach
voor één seconde voel ik God’s genade
transparant de lucht op deze hemelsblauwe dag
ah vandaag zullen we dansen aan de kade
Vandaag liep ik hier eerder langs en keek naar de rivier
en ik, ik kreeg de tranen in m’n ogen
als deze stad beweegt en leeft, ontstaat dat leven hier
bij de geparfumeerde oude stenen bogen
Ik deed m’n ogen dicht en luisterde naar de rivier
en in de verte de geluiden van de haven
als je me ooit begraven moet, begraaf me dan maar hier
bij de stemmen van de joden en de slaven
KLEINE STILLE STRIJD
Soms hoor je hier een haast satanisch hol geluid
zwaar weerkaatsend van de huizen aan de overkant
soms niet de lieve stoute giechel van de bruid
vlak voor zij zich in een langgerekte zucht ontspant
Luister naar de stemmen in de tijd
wat ons drijft, het is een kleine stille strijd
Soms hoor je mannen machtig vloeken hier op straat
en de machteloze klappen van het onverstand
hoe een vrouwenstem in tranen overslaat
zwaar weerkaatsend van de huizen aan de overkant
Ik hoor hun stemmen schreeuwen in de tijd
wat ons drijft, het is een kleine stille strijd
Dus neem me zachtjes in je armen voor de man het doek laat vallen
de neonlampen aandoet en de zwoele gloed verdwijnt
want uit de kou zijn we gekomen, in de kou moeten we teruggaan
het enig ding dat telt is wie we samen konden zijn
We stoeien in de branding van een broeierige tijd
wat ons drijft, het is een kleine stille strijd
VRIENDEN
Zo werden vrienden vrienden
op een zonderling, plechtig moment
een van ons zweeg
de ander zei niets
maar we hadden elkaar herkend
Zo werden vrienden vrienden
zonder woorden, zonder contract
een van ons zweeg
de ander zei niets
maar we hadden een band en een pact
Ik kijk in de gloed van je ogen
onbevangen en zonder venijn
jij weet en ik weet
de vriend van vandaag
kan de vijand van morgen zijn
Zo werden vrienden vrienden
een krachtig, de ander niet
een van ons zweeg
de ander zei niets
zo werden vrienden vrienden
Jij weet en ik weet
de vriend van vandaag
mag de vijand van morgen nooit zijn
Tekst en muziek: Thé Lau. [Terug] |