1. Feest. |
FEEST
Hier is het eind, het eind van het feest
kom, we gaan naar beneden
de bloemen zijn dood, de flessen zijn leeg
het was mooi, maar nu is het verleden
De menigte weg, de herrie verstomd
wat het waard was zal moeten blijken
kom met me mee, stap uit de zon
de wereld hoeft nu niet te kijken
Hemelvaartsochtend, heldere zon
kom, we gaan naar beneden
het feest is geëindigd zoals het begon
lach nog eenmaal voor mij, wees tevreden
Jij was zo mooi
jij was prachtig
maar jij hebt je strijd nu gestreden
DE
SCHADUW VAN HET KRUIS
Jongen, jongen, wat heb je lang gewacht
in het niemandsland tussen wangedrag en tact
jongen, jongen, je leeft hier maar een uur
waar gerookt wordt en gedronken tussen pulp en cultuur
jongen, jongen, jij neemt hier niet veel mee
wat te eten, wat te drinken, je bed en je tv
Dromen komen, lokken je van huis
en overal de schaduw van het kruis
Het bidt en het schreeuwt
het grijpt je bij je keel
het fluistert in je oor
tot je liegt en tot je steelt
het is nooit genoeg
maar altijd te veel
GEEF
NOOIT OP
Ik loop langs de spoorbaan, kijk naar de trein
nee, ik staar naar de trein van de hoop
staat daar glanzend en stil, half in de schaduw
langs een verlaten perron
Ik kijk achterom, als naar een verleden
dat leeg was en zonder geloof
maar mijn hoofd, half verdoofd,
zegt: ‘dit is het heden, kijk niet vooruit
en kijk nooit achterom’
In gedachten zie ik hoe de wielen gaan draaien
over een spoor zonder eind
tot het dendert door bossen, bergen en dalen
op weg naar de horizon
Ik denk hier ligt mijn lot, hier ligt mijn hart
in deze stad moet ik zijn
met alles wat komt en alles wat gaat
ik draai me om en keer mijn rug naar de trein
BESCHAVING
In de stilte voor de storm
zijn de vrienden bij elkaar
de kat, de hond, het lam, de adelaar
geen motto, geen vlag, geen uniform
Op de avond voor de dag
is ons gezichtsveld onbeperkt
tussen kroeg, moskee en kerk
geen volksheld, geen volkslied, geen vlag
In de stilte voor de storm
grijpt een kleine rat zijn kans
vraagt een grauwe muis ten dans
in de stilte voor de storm
We zingen zachtjes op het plein
is ons dorp klein, is ons dorp groot
Dit is de beschaving, dit is mooi en groot
dus kwetsbaar voor beschadiging
en dom-, domheid eist de dood
Van Grieken naar Romeinen
van Romeinen naar barbaren
van barbaren naar gelovigen
van gelovigen naar christenen
van christenen naar heidenen
en terug naar de barbaren
en een barbaar doet wat?
vormt een horde en brandt plat
MIJN
STRAAT
De zon schijnt op de krant die neerploft
met een dof onheilspellend geluid
hij gaat me niets leren en niets laten zien
maar het geluid kruipt onder mijn huid
De zon luistert mee naar het ritme
van een donker bonkend geluid
ik denk hier klopt nooit iets, hier voegt nooit iets
maar het ritme kruipt onder mijn huid
Want zo klinkt mijn straat, de straat waar ik woon
zo klinkt mijn straat, smerig en schoon
zo klinkt mijn straat die zich zelden vertoont
De zon schijnt mild op de stenen muur
gebouwd voor wat ze verbergt
ik denk, denk niet in dagen, tel ieder uur
lig stil en voel hoe het werkt
Zo is mijn straat, de straat waar ik woon
zo is mijn straat, smerig en schoon
zo is mijn straat die zich zelden vertoont
De zon versterkt alle geuren
maar de hitte is slecht voor de lucht
de hitte opent de deuren
en de hitte kietelt de tucht
Zo ruikt mijn straat, de straat waar ik woon
zo ruikt mijn straat, smerig en schoon
zo ruikt mijn straat die zich zelden vertoont
RECHT
VAN BESTAAN
Ik word nu beoordeeld
ben ik sterk, ben ik bang
ik word nu beoordeeld
ben ik vrolijk of wrang
Ik zend mijn signalen
tot onder je huid
ik zend mijn signalen
kom hier nu uit
een oordeel in liefde
het is niets gedaan
Heeft het recht van bestaan
heeft een liefdeloos leven
recht van bestaan
Zo word je beoordeeld
hoe je loopt, hoe je rookt
zo word je beoordeeld
en met blikken bestookt
Je zendt je signalen
tot onder mijn huid
je zendt je signalen
kom hier nu uit
een oordeel in liefde
’t is nooit iets gedaan
DROMENLIED
Vermomd als het verleden
als een herinnering
dat ergens diep vanbinnen
steeds hetzelfde liedje zingt
Vermond nu als een dame
als een engel, een rebel
het lied zingen we samen
één zucht die het vertelt
Het zingt, kom nu dichterbij
het zingt, kom hier bij mij
Hier komt de droom
die komt en zelden gaat
de droom die wenkt, de droom die slaat
die aan je trekt en je nooit loslaat
DE
DEUR
Ik kijk met handen voor mijn ogen
kijk zonder het te kunnen zien
soms betraand, soms koud en onbewogen
maar altijd zonder het te kunnen zien
Kijk door een vage vrees bevangen
kijk zonder het te willen zien
kijk met een morbide soort verlangen
altijd zonder het te kunnen zien
Naar de deur waarachter beesten beesten worden
de deur waarachter men de beesten maakt
Kijk zonder te geloven
kijk zonder het te kunnen zien
en denk, komt deze horror echt van boven
kijk zonder het te willen zien
HARD
TEGEN HARD
Stereotiep en onmachtig
oog in oog met de vrouw
ik zeg haar zo, je bent prachtig
maar ik weet nooit of ze mij vertrouwt
Stereotiep en onmachtig
tussen ons de loodzware lucht
ik zeg je zo, je bent prachtig
maar de klank en de toon zijn gevlucht
Stereotiep en eronder
drie zinnen, ze hakken me fijn
ik denk, je bent een wonder
ik wil alleen niet bang voor je zijn
Ik zweer bij de woorden
woorden van liefde en trouw
woorden die niemand ooit stoorden
woorden van mij en woorden van jou
Maar is dit niet mooi
moet dit niet zo zijn
liefde bevochten
klein maar niet star
van lieverlede hard tegen hard
Lief, is de lucht nu gezuiverd
zijn wij weer trots en gewoon
zonder dat een van ons ergens voor huivert
naakte persoon tegen naakte persoon
ALCOHOL
EN TRANEN
Een zuiver hart kent geen sentiment
overpeinzing in een bijna leeg café
het tikken van de ballen neem ik mee
het biljart van alles nog het meest present
Het zuiver hart, het kent geen sentiment
het is een veilig hart, uit op zelfbehoud
ik zie dit nu, ik heb mezelf herkend
ik ben vrij en ik heb het koud
Het zuiver hart zucht zachtjes van genot
het klopt tevreden in de maneschijn
en waar het was is alles nu kapot
maar ach, het wilde lief en aardig zijn
Alcohol en tranen tonen mij aan jou
alcohol en tranen drijven mij naar jou
De tranen voor m’n vader
en de tranen voor m’n vrouw
de tranen voor de wereld
en de tranen van berouw
maar ook de tranen van de wodka
de tranen van berouw
VRIENDEN
Zo werden vrienden vrienden
op een zonderling, plechtig moment
een van ons zweeg
de ander zei niets
maar we hadden elkaar herkend
Zo werden vrienden vrienden
zonder woorden, zonder contract
een van ons zweeg
de ander zei niets
maar we hadden een band en een pact
Ik kijk in de gloed van je ogen
onbevangen en zonder venijn
jij weet en ik weet
de vriend van vandaag
kan de vijand van morgen zijn
Zo werden vrienden vrienden
een krachtig, de ander niet
een van ons zweeg
de ander zei niets
zo werden vrienden vrienden
Jij weet en ik weet
de vriend van vandaag
mag de vijand van morgen nooit zijn
Teksten: Thé Lau. Muziek: The Scene. [Terug] |