HET NIEUWSBLAD
(B)
Hans-Maarten Post, 17 februari
2006
Wie de nieuwe Thé Lau wil, kan naar platenwinkel óf boekhandel. 'In De Dakgoot' is het hilarische verhaal van een nachtelijke tocht door een Leuvense hoteldakgoot, 'Tempel Der Liefde' een wat donkere, ingetogen CD, met hier en daar strijkers erbij.
Je vertelt in het boek, naast de dakgoottocht van een dronken Thé Lau na Marktrock, nog een aantal hilarische anekdotes. Heeft de ernstige rockartiest de schrijver niet tot de orde moeten roepen, omdat de schrijver de zanger te veel van zijn voetstuk haalde?
Thé Lau: "Ik had er zelf wel lol in. Ik veronderstel dat de mensen die mij beroepsmatig kennen, mij zien als een heel serieus figuur. Maar ik kan ook wel lachen, hoor. Een CD is voor mij zeventig procent ernstig en dertig procent grappig. Het boek moest precies andersom zijn. Bij sommige passages heb ik zelf zitten schateren achter de computer. Iets wat ik bij muziek nooit heb."
Je voelt je, na het opbreken van The Scene, als solo-artiest vrijer dan ooit. Toch begint je nieuwe CD met een typische, Scene-achtige gitaar.
"Tja, het is ook wel een beetje mijn handschrift, natuurlijk. Er zitten nóg wel een aantal van dat soort gitaarriffs op de plaat. De methode waarop ik liedjes schrijf, zal er altijd wel toe leiden dat er weer zo'n liedje bij zal zitten. Ik heb in elk geval de neiging om het met steeds minder te doen. Een aantal nummers op de plaat doen het met slechts één akkoord. De riff die in het couplet zit, verandert niet in het refrein. Grappig genoeg heeft een klassiek violiste me verteld dat het typisch iets is van vroege klassieke muziek. Zij vond het geweldig
(lacht). Kijk, mijn handschrift op gitaar is begonnen bij het riffje van 'Blauw'. Zo simpel is het. Ik heb wel eens zitten denken: het houdt ergens op, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Je vindt toch altijd weer een nieuwe variant."
DE LUIDRUCHTIGE NEDERLANDER
Ik kom uit de periode dat je The Scene en de Tröckener Kecks had. Jij produceerde de Kecks, Rick de Leeuw produceerde The Scene. Jij schrijft ondertussen boeken, stuurt je muziek andere kanten op. Met wat voor gevoel kijk je naar Rick, die zich na de Kecks op een wel heel aparte manier heeft heruitgevonden?
"Het verschil tussen Rick en mij is dat hij een uitgesproken extravert mens is. Voorts heb ik altijd wel zoiets in hem gezien. Ik heb het hem ook gezegd, jaren geleden, op een avond met veel biertjes:
ik zie in jou op den duur geen zanger van een rockband, jij gaat uitblinken in iets
anders. Dat gebeurt nu. Wat me wel enorm heeft geamuseerd, is dat hij zich bij jullie op
TV presenteert als de Nederlander waarvan ik dacht dat Vlamingen hem haten: iemand met een vrij luidruchtige
geldingsdrang."
Tot slot: weet de celliste waarvoor je begin jaren negentig in Leuven in de dakgoot kroop, dat je het gedaan hebt? Of verneemt ze het pas nu?
"In werkelijkheid ben ik nooit voor een celliste in de dakgoot
gekropen (lacht). Wij hadden geen strijkers in die tijd. Maar ik ben er wel écht in gekropen, na Marktrock toen. Alle leden van The Scene hadden in hetzelfde hotel kamers naast elkaar en ik ben bij iedereen binnen geweest. Bij Otto, de toetsenist, ben ik gecrasht. Maar voor het boek vond ik het leuker om er een celliste van te maken. Iets makkelijker om daar amoureuze gevoelens voor te
koesteren (lacht)."
«
[Media]
|