ZINGEN BLIJFT VOOR MIJ EEN KWELLING
EINDHOVENS DAGBLAD 11 Februari 2006 Zanger Thé Lau heeft na ruim vijfentwintig jaar nog altijd geen genoeg van het artiestenbestaan. Komende week komt de nieuwe CD 'Tempel Der Liefde' uit. Tegelijkertijd verschijnt zijn tweede roman, 'In De Dakgoot'. Dit keer schrijft de voormalig leadzanger van The Scene wél over de band, het optreden en de meisjes. Thé Lau (53) is zo langzamerhand de oude rot van de Nederlandse rock. Als voorman van The Scene probeerde hij vanaf 1979 voet aan de grond te krijgen in de muziekwereld. Pas begin jaren negentig scoorde de band hits met nummers als 'Iedereen Is Van De Wereld' en 'Blauw'. Sinds 2002 opereert Thé Lau solo, met liedjes die instrumentaal gezien kaler zijn dan die van The Scene. Maar nog altijd met diezelfde karakteristieke, rauwe stem. "Ik ben een tijdje gestopt met roken. Toen lukte het zingen niet meer, was ik mijn geluid helemaal kwijt. Dus die verslaving heb ik weer opgepakt", vertelt Lau, terwijl hij een peuk in de asbak uitdrukt. Het zingen is er na al die jaren niet gemakkelijker op geworden. "Het blijft voor mij een zelfopgelegde kwelling, maar ik kan ook niet zonder. Tijdens sommige optredens, bijvoorbeeld met een kamerorkest een tijd geleden, kan ik alleen maar denken: wat ben je in godsnaam aan het doen, man? Ik houd mezelf dan maar voor dat ik ben gevraagd door dat orkest, dus dat ze me wel goed zullen vinden. En ik weet dat het publiek geraakt gaat worden door het contrast tussen de klassieke muziek en mijn rauwe stem. Maar ik kan nauwelijks naar mezelf luisteren, zo erg vind ik het soms klinken." Thé Lau schrijft zijn nummers zelf. De songteksten op 'Tempel Der Liefde’ zijn abstract, poëtisch bijna. "Ik vind dat wel mooi, ik hou niet van directe songteksten. Meestal schrijf ik eerst een muziekfragment van een nummer en komen de woorden me daarna invallen. Het zijn vaak toevalstreffers. Een reeks woorden moet bij mij goed en logisch klinken. De betekenis erachter vind ik niet zo belangrijk, die weet ik zelf niet eens altijd." BOEK In tegenstelling tot debuutroman 'Hemelrijk', is 'In De Dakgoot' wel deels autobiografisch. Veel anekdotes over het reizen met de band, de optredens en de feesten heeft Thé Lau ook in het echt meegemaakt met The Scene. Maar hij wilde er geen standaard rock-'n-rollverhaal van maken. "Het eerste dat ik wilde voorkomen was dat het boek zou verzanden in de clichés van drank, drugs en vrouwen. Natuurlijk kloppen die voor een deel wel, maar ze worden vaak zo overdreven." Dat een groot deel van het boek - "zeg maar vijftig procent" - autobiografisch is, maakte het schrijven soms lastig. "Het moeilijkste vind ik de prozaïsche beschrijvingen. In het boek zit bijvoorbeeld het auto-ongeluk dat we in België met de band hadden. Ik vind het lastig om dat goed op te schrijven en de actie erin te houden, ook al is het een gebeurtenis die ik écht heb meegemaakt. Verzinsels zijn makkelijker, die schrijf ik in één ruk op." Komend jaar gaat Thé Lau de podia op met liedjes van zijn nieuwe CD. Hij hoopt behalve de theatertour in het najaar ook een paar festivals mee te kunnen pikken deze zomer. "Of dat lukt, hangt van het succes van de nieuwe plaat af. Het zijn meestal de populaire bands die op de festivalaffiches komen te staan. En heel veel kans om nog in de Top 40 te belanden, maak ik niet. Toch word ik soms gevraagd, om kwalitatieve redenen, is me wel eens verteld. Blijkbaar geeft mijn naam wat gewicht aan zo'n evenement. Optreden op een openluchtfestival blijft toch het mooiste wat er is. Wat dat betreft mis ik het spelen met The Scene soms wel." « [Media] |