JE MOET EEN OLIFANTENHUID KWEKEN
MUSIC MAKER Bert Middelbos, december 2001 "Als ik zou willen, dan kan ik mijn hele huis behangen met afwijzingen van platenbazen en A&R-managers." Deze uitspraak komt uit de mond van Thé Lau, zanger, gitarist en componist van The Scene. Als er iemand kan meepraten over wat het betekent om eindeloos te leuren bij platenmaatschappijen en podia, dan is hij het wel. Een kwart eeuw geleden was het voor hem bijna een fulltime job om demo-cassettebandjes op te nemen en daarmee optredens trachten te scoren bij zaaleigenaren, dan wel platenmaatschappijen geïnteresseerd te krijgen. En waar velen af zouden haken bleef Thé geloven in zijn muziek, ondanks de eeuwige afscheidszin in afwijzende brieven: 'Don't call us, we'll call you!'. Optreden deed hij ondertussen wel. De Open Jongeren Centra programmeerden veel live-muziek, waaronder dus de band van Thé, maar bij het ontbreken van een hit was er al sprake van een drukbezochte avond als het bezoekersaantal boven de twintig kwam. Na de aanzienlijke reeks cassettedemo's volgde het uitbrengen van een aantal singles in eigen beheer. Een korte samenwerking met een klein label leverde nog een bescheiden hitje in Portugal op, maar een grootschalig vervolg zat er niet in, omdat niemand er geld in wilde steken. Toch werd The Scene zoetjesaan iets meer gedraaid op de nationale zenders en ook de Belgen gingen zich interesseren voor Thé en zijn gevolg. Dan komt Scene-CD 'Blauw' uit de perserij en na meer dan tien jaar leuren en bedelen om aandacht, is het grote succes eindelijk daar. Opvallend is dat Thé onvermoeibaar doorging met geloven in zichzelf en zijn product, ondanks de frustrerende afhankelijkheid van mensen die lang geen heil zagen in zijn muziek. Thé Lau: "Als je ervan overtuigd bent dat je goed bent, moet je blijven volharden in het bewerken van de markt en de mensen die daar verantwoordelijk voor zijn. Niemand wilde in het begin The Beatles hebben en nu weten we hoe dat uiteindelijk is afgelopen. En zorg ervoor dat je niet al te gedeprimeerd raakt van bijna lege zalen. Gedurende al die jaren demo's produceren, smeken en afgewezen worden, kweek je vanzelf wel een olifantenhuid. Het grappige is dat als er plotseling wel succes komt, je alle sores uit het begin bent vergeten. 't Begin van succes is ook een geur die je je moet blijven herinneren. Het is namelijk eenmalig." Thé vervolgt: "Tegenwoordig is er geweldig materiaal voorhanden om een goede demo-CD te maken. Betaalbare digitale meersporenrecorders en randapparatuur stellen je al snel in staat een professioneel product te maken. Maak daar dankbaar gebruik van. Ga ook zo veel mogelijk live spelen. Daar groei je als band toch het meest van. Ik zie een soort tendens dat er steeds meer cafés bandjes programmeren tegen lage prijzen. Accepteer dat zeker in het begin. De ervaring die je ermee opdoet is later onbetaalbaar." Volhouden, stug doorgaan en blijven geloven in jezelf is dus het credo van Thé Lau. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar hijzelf is het tastbare bewijs van z'n eigen stellingen. Kwaliteit komt uiteindelijk wel bovendrijven, maar je moet er wel voor zorgen dat het in de stroom terechtkomt. « Dit artikel verscheen in het kader van de Music Maker-reeks 'Prayer For My Demo'; over hoe je als beginnende band met je demo onder de aandacht van platenmaatschappijen, media en podia moet komen. [Media] |