KROMMENIEËR MET THE SCENE NAAR AMERIKA

NOORDHOLLANDS DAGBLAD Arjen van Ginkel, 4 juli 1991

Jeroen Booy (1991) / Foto: Henk van de Leur"Soms doet het zeer, heb je bloedblaren die kapot gaan, maar daar moet je doorheen timmeren." Af en toe lijdt een drummer pijn, maar op een mooie manier. Jeroen Booy speelde tien jaar lang in Roberto Jacketti and the Scooters en werd slechts rijk aan ervaring. Tegenwoordig maakt hij deel uit van The Scene, een van Nederlands fijnste rockbands. Komend weekeinde staan ze op het grootste dubbelfestival van Europa; Torhout/Werchter, om enkele dagen later de koffers te pakken voor een internationale muziekbeurs in New York. Een gesprek met een sympathieke ex-Krommenieër die vertrok naar het voor hem rustige Amsterdam.

Lopend door de Zuiderhoofdstraat op zoek naar een plek om foto's te nemen, lijkt het of alle bekenden tegelijk langskomen. Een meisje op de fiets roept: 'Ben je nog blauw?', refererend aan de huidige hitsingle, en een ander keert spontaan z'n fiets. Jeroen geniet op ingetogen wijze, het oude nest geeft nog altijd warmte. Gemiddeld zeventien keer per maand staan ze op het podium, de CD 'Blauw' is alom erkend als een klasse apart en het Nederlandse publiek heeft na België eindelijk The Scene ontdekt. De voorlopige kroon op dit succes is het optreden op Torhout/Werchter. "In de auto zeiden we dat het een leuke grap zou zijn als we daar eens speelden. Een paar weken later was het werkelijkheid." Jeroen viel, na zijn komst anderhalf jaar geleden, met z'n neus in de boter.

Twee drumstokjes en een hoofdkussen stonden aan de basis van deze loopbaan. Eerder had een boze moeder een carrière als gitarist in de knop geknakt. De kleine man had namelijk een gat in haar Spaanse gitaar gemaakt om deze elektrisch te kunnen versterken. 's Nachts in bed werd de muziek van een cassetterecorder van passende roffels op het hoofdkussen voorzien. Een drumstel werd aangeschaft en twee jongens die bij de brug op de Snuiverstraat rondhingen, hoorden hem oefenen en vroegen Jeroen voor hun band Zoot. Daarna kwam Roberto Jacketti, het was de tijd van de punk, ska en new wave. "Je kocht een gitaar en er bleek geluid uit te komen. In Alkmaar speelden we in 'Het Wapen Van Heemskerk' op een feest met moeilijk opvoedbare kinderen. Er zou die avond iemand van het radioprogramma 'De Popkrant' naar ons komen luisteren. Op verzoek speelden we net een carnavalslied toen die man binnen kwam, later hebben we het kunnen uitleggen." Met de groep ging het snel. "Ik was zestien toen we een hit hadden. Alleen op school ging het steeds moeizamer. Op een belangrijk moment zei mijn mentor: 'Je ziet er niet uit en je praat over niets anders dan muziek, je moet kiezen'. Het werd de muziek."

"Ik kom nog wel veel op scholen. Samen met twee ooms doen we schoolconcerten, een soort kennismaking met het musiceren en verschillende stijlen. Begin simpel zeg ik steeds. Twee stokken en een cassetterecorder in plaats van een dure synthesizer. Leen een instrument van een goede vriend en ga spelen. Als pa en ma voor veel geld een instrument aanschaffen, dan krijg je dat heilige moeten. Het gaat juist om het plezier in de muziek. Daar gaat het toch om? Als ik 's avonds moet spelen heb ik bij voorbeeld absoluut niet het gevoel dat ik naar m'n werk ga." Na tien succesvolle jaren met de Scooters was het sprookje plotseling afgelopen. Geen dubbeltje bleef er over, alleen herinneringen en ervaringen. Jeroen heeft het over "een harde leerschool." Daarna werkte hij een tijdje bij de crew van De Dijk, maar dat was het niet. "Antonie Broek van De Dijk tipte me dat The Scene zonder drummer zat, hij zag in dat ik moest spelen. Het was mijn eerste auditie, na tien jaar Scooters. Ik had nooit in een andere band gespeeld, dus ik was stikzenuwachtig. De nacht ervoor had ik doorgehaald en kwam dus prompt te laat. Vervolgens ging ik onmiddellijk op m'n bek met spelen, maar gaandeweg kwam er het juiste gevoel. Na vijf minuten hadden ze besloten."

The Scene is een echte band, bestaand uit door de wol geverfde muzikanten, die Nederlandstalige rock spelen die recht uit het hart komt. "De teksten zijn belangrijk. Zo'n regel als 'Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen' is iets wat ik al jaren vasthoud. Er is meer dan een tuintje en een auto. We hebben allemaal de ervaring van hoe het niet moet, daarom doen we nu wat we zelf echt willen. Spelen is daarbij heel belangrijk. Ik speel al meer dan tien jaar Noord-Scharwoude, Grootebroek en Wognum en telkens als ik al die plaatsjes zie krijg ik weer een blij gevoel. Na een optreden rij je drie kwartier, twee uur en je bent weer thuis, bij je zorgen, je huur, auto en telefoonrekeningen. Volgens mij brengt dat toch een ander soort muzikant voort dan in Amerika. Als wij daar straks heengaan is het afwachten wat ons materiaal doet, Nederland heeft niet zo bar veel in te brengen, we zijn een soort speld in de hooiberg. In de VS, met die enorme afstanden, bestaat een andere mentaliteit, dat levert een ander soort popmuzikant op."

"Ik ben geen virtuoze drummer, techniek is leuk voor jezelf, maar in een groep moet je niet komen met: jongens luister even waar ik die triolen speel. Ik ben een bandfiguur, ik zorg dat het swingt. Drummen heeft niet zoals sommigen denken te maken met het afreageren van agressie. Het is als lopen, je moet tempo houden, het is ritme. De dag van een concert gebruik ik om er naar toe te leven. We reizen samen in een auto, je moet het met elkaar doen. The Scene is dan ook een echte band, een team. Aangekomen ga ik in m'n eentje achter in de zaal even een pilsje drinken. Dat kunnen de anderen niet zo bewonderen, maar ik moet altijd de sfeer in een zaal voelen. Daarna gaat het los. In België kennen mensen de hele CD, in Nederland komt dat nu ook en daar doe je het toch voor. Zonder respons hou je een katergevoel over. Thé (zanger Thé Lau) noemt mij die stugge Zaankanter, ook al woon al een tijdje in het voor mij wat neutralere Amsterdam. Ik blijf wel een Krommenieër, mijn vader woont hier, mijn vrienden, ik heb hier een roeiboot. Ik mis alleen de sfeer van het oude 'Witte Huisje', het moet tegenwoordig allemaal groot, je bent bang dat Krommenie ook zo'n nieuwbouwdorp wordt." «


[Media]