NIEUWE REVU Rick Blom, april 2000
Thé Lau (47) is zanger en voorman
van The Scene, en samen met pianist Dante Oei speelt hij
zijn soloprogramma in de theaters. En nu kan hij zichzelf
ook schrijver noemen. Onlangs verscheen zijn
verhalenbundel 'De Sterren Van De Hemel'.
Je
hebt eens gezegd: 'Eigenlijk kan ik helemaal niet
schrijven. Ja, een brief aan mijn moeder omdat ik weet
dat zij geen kritische lezer is'. En nu ligt er ineens
dit boek.
"Dat is lang geleden hoor, dat ik dat
zei. Ik schreef ooit een verhaal voor mijn kinderen: 'De
Tijger Met De Marsepeinen Tanden'. Dat vond ik niet zo
geweldig. Een jaar geleden ben ik het weer gaan proberen.
Toen ik teruglas wat ik geschreven had, dacht ik: volgens
mij is dit niet echt slecht. Toen ik drie verhalen af
had, stuurde ik die - op aanraden van mijn vrouw - naar
de uitgeverij. Ik beefde toen ik ze op de post deed. Ik
was benauwd voor de reactie op dat proza. De uitgever
belde me de volgende dag meteen op en zei dat hij wel wat
zag in mijn verhalen. Had ik absoluut niet verwacht. Ze
hebben me wel drie keer moeten verzekeren dat ze het écht
goed vonden."
Het
is allemaal enorm beschouwend wat je schrijft. Veel
mensen die aan de zijlijn staan en zien, maar nimmer
ingrijpen.
"Dat klopt, maar ik ben zelf ook een
waarnemer. Soms vind ik dat wel vervelend. Ik zat laatst
bijvoorbeeld in een bus die een andere bus ging inhalen.
Aan de linkerkant stond een derde bus waarbij een groep
mensen stond te wachten om in te stappen. Aan de
buitenkant van die groep stond een stel Marokkaanse
jongeren. De chauffeur tikte eerst met de bus een jongen
aan die een andere jongen nog net kon wegtrekken. De bus
week daarop niet uit, maar zwenkte steeds meer richting
die jongens, waarbij hij de hele menigte bijna plette.
Hij reed echt met de zijkant tegen ze aan. Die jongens
begonnen op de ramen van de bus tikken. Zo van: wat doe
je nou! Waarop een collega van de chauffeur zei: 'Ha,
daar hebben we onze fijne Marokkaanse jeugd weer'. Die
chauffeur moet het dus moedwillig hebben gedaan. Ik zei
er niks over. Toen ik uitstapte, dacht ik wel: wat ben ik
nou voor een lul. Ik had keihard een opmerking moeten
maken."
Je
laat het gebeuren.
"Daar komt het op neer, ja. Het is dat
afwachtende en dat altijd aan de zijkant staan. Eén van
de redenen ervoor is dat ik in mijn jeugd heb geleerd dat
een impulsieve reactie meestal een foute reactie is. Dan
kreeg ik bijvoorbeeld impulsief de pest aan iemand die
later oké bleek te zijn. Dat overkwam me vaak. Is gewoon
een kwestie van traag denken."
Iedereen
in jouw omgeving heeft het over je enorme geldingsdrang.
En door dit boek is de kras die je in de geschiedenis
wilt maken weer wat dieper. De stelling is: Thé wil een
legende worden.
"Dat moet het streven zijn. En dan zie
ik wel waar het schip strandt. Het is heel erg als iemand
eredivisievoetbal in zich heeft, heel tevreden is als
rechtsback van Heracles en er aan het eind van zijn carrière
achter komt dat hij misschien wel spits van Ajax had
kunnen zijn. Dat vind ik een doodzonde. Als ik geen
geldingsdrang had, zou ik ook geen bandleider zijn."
Jouw
bewijsdrift wordt verklaard door het feit dat je een
turbulente jeugd hebt gehad.
"In mijn jeugd gebeurde nogal wat, ja.
Nare dingen. Maar ik kan me ook veel momenten herinneren
waarop ik als kind intens gelukkig ben geweest."
Je
zus zegt dat het geen kattenpis was: een dominante vader
die én veel dronk én vaak weg was.
"Dat klopt wel, ja. Er was teveel
alcohol in het spel. En ruzie. Ik wil er niet te veel
over vertellen. Het is al jaren kalm en rustig. Ik heb
ook geen zin om mijn ouders overstuur te maken. Die zijn
daar veel te oud voor. Mijn vader is 79, mijn moeder 89.
Mijn vader heeft zelf al een verknald leven door de
oorlog. Hij heeft tijdens die oorlog samen met een vriend
in een gevangenis in Alkmaar staan wachten op zijn
executie."
En
dus relativeer je je eigen ellende?
"Natuurlijk had ik de pest aan de
ruzies die er te vaak waren. Als ik dat vergelijk met
mijn eigen huwelijk dan is dat een verhouding van één
op vijftig. Maar daar ben ik niet uniek in. Iedereen die
een probleem heeft met zijn ouders, heeft eigenlijk een
probleem met zijn eigen verleden, met zijn eigen leven,
waar nog geen klaarheid over is. Het is ergens heel
oneerlijk om je ouders maar de schuld te geven."
Als
kind overkomt het je toch ook maar gewoon?
"Dat ben ik met je eens. Dat ís ook
oneerlijk."
Als
kind had je het niet alleen thuis moeilijk, je werd ook
nog eens veel gepest en op school gekleineerd.
"Omdat ik uitblonk en omdat ik dik was
en sproeten had. Mijn naam heb ik ook al niet mee. Ik
weet nog goed: eerste klas lagere school, ieder kind
moest zich voorstellen. Toen ik aan de beurt was en mijn
naam noemde, barstte de juffrouw in schaterlachen uit en
riep: 'Thé Lau? Hete Koffie zul je bedoelen!'. Ik heb me
altijd een buitenbeentje gevoeld. Misschien het er zelf
naar gemaakt. In mijn puberteit stond ik zeventiende in
de rij voor de meisjes. Tot aan het succes met The Scene
ben ik een behoorlijk opgefokt mens geweest. Niks van wat
ik deed, werkte. Niks voelde als: dit gaat goed."
Je
zegt wel eens: 'Weet je wel wat voor een ellendige jeugd
ik heb gehad?'.
"Dat zeg ik niet. Dat zeggen anderen
voor mij. Ik ben er trots op dat ik echt op mijn
dertigste verjaardag besloot de nare kanten van mijn
verleden te laten zitten en nooit meer mijn ouders of wie
dan ook de schuld te geven van iets dat in mijn leven
fout zou gaan. Het was de enige verjaardag sinds ik een
jaar of zestien was waarop ik niets gedronken heb. Ik
wist: dit is een grote kans om me er van nu af aan op te
richten dat het allemaal mijn schuld is."
Toen
'Blauw' een succes werd, reageerde je door te zeggen: 'En
nu ga ik naar mijn middelbare school om de leraren daar
te vertellen dat ik echt wel wat kon'. Toen was je al een
eind in de dertig. Blijkbaar was je nog niet zo klaar met
je verleden.
"Ah, da's best mogelijk. Zo'n soort
rancune zit wel in mij. Kijk, buitenbeentje is één
woord dat op mij van toepassing is. Maar ik kan me ook
voorstellen dat iemand mij ziet als mafkees. Ik had het
probleem dat ik zeg maar anders was, maar wentelde me
daar ook in. Het stond voor mij altijd vast dat ik iets
creatiefs zou gaan doen. Het stond voor mij ook vast dat
creatieve mensen een soort einzelgänger moeten zijn."
Dat
is de rol die daarbij hoort?
"Dat is de rol die ik gratis kreeg
aangereikt. Door het dikke en door de sproeten. Mijn
bijnaam was krentenbol. De jongen die dat bedacht heeft,
heeft dat ook wel geweten."
Want
als je op Thé's zwarte lijst staat, ben je nog niet
jarig, heet het.
"Klopt. Ik bén rancuneus. Dat is een
roteigenschap, hoor. Ik heb die jongen op zijn hoofd
geslagen. Hij was groter dan ik, maar ik was veel kwaaier
dan hij. Ik heb het niet met veel mensen, maar met een
aantal nog steeds wel. De laatste keer met iemand van de
platenmaatschappij. Dat was een man waar ik zo het land
aan had gekregen, dat als die niet ontslagen was, ik
waarschijnlijk een keer naar Hilversum was getogen om een
inktpot naar zijn hoofd te gooien. Hij had het ook wel
erg bont gemaakt. We hadden een plaat - 'Marlene' -
gemaakt die door de pers de hemel in was geschreven en
hij was een marketingman die ervoor zorgde dat die plaat
promotioneel om zeep geholpen werd. Dat was een akelig,
naar mens. Dan heb ik ook het recht om erg boos te worden.
Want wat zo'n man doet, heeft verstrekkende gevolgen. Ik
heb meegemaakt dat leden van de fanclub bij de
merchandise-stand kwamen en stomverbaasd waren dat we een
nieuwe plaat uit hadden, terwijl die op dat moment al
twee maanden uit was. Dat gebeurde bij elk optreden."
Ben
je nu schrijver, iemand die theateroptredens doet, of
voorman van een popband?
"Alledrie, eigenlijk. De voornaamste
motivatie om dat boek te maken, was dat ik kans zag om
mijn vleugels verder uit te slaan. Maar van meet af aan
heb ik tegen alle betrokkenen gezegd dat het voor mij
niet inhield dat ik iets anders zou opgeven. Een andere
reden om dit boek te maken is dat ik bij de laatste twee
platen van The Scene merkte dat ik meer en meer tekst
kwijt moest. En dat ik zelfs in de hele lappen tekst die
in die nummers zaten soms nog niet het gevoel had dat ik
alles kon zeggen. Ik kreeg ook het gevoel dat de nummers
daar niet beter van werden."
Thé
Lau eist dat naar hem geluisterd wordt. Maakt het uit wát
je doet?
"Mwah, eist... Ik heb weinig te eisen.
Ik wil het wel graag."
Want,
zegt men, Thé Lau wil voortleven na de dood.
"Dat is de aard van alle creatieven.
Al toen mensen bizons op muren van grotten schilderden,
is het de drijfveer geweest om de sterfelijkheid te
overwinnen. Hoewel ik weet dat ik er niks aan heb als
mijn boek over dertig jaar nog gelezen wordt en ik onder
de zoden lig. Dat ik een kras in de geschiedenis wil
maken, is een uitspraak waar ik de band altijd mee
oppepte als ik dacht dat het inzakte. Zo van: laten we
ervoor zorgen dat The Scene de beste popband is die er
ooit geweest is. Hoewel ik weet dat ook dat streven
gedoemd is te mislukken. Het verwijt dat ik daar niet
tegen zou kunnen, is niet terecht. Als ik me daar echt
iets van zou aantrekken, dan zou ik er nu moeite mee
hebben dat we met The Scene nog steeds niet bereikt
hebben wat de Golden Earring wel gelukt is."
Toch
ga je vrij ver in je ambitie. Toen jullie Belgische
promotor Herman Schueremans in een vergadering voor het
schrijven van de plaat 'Arena' vroeg of het allemaal wat
commerciëler kon, liet je je principes varen en zegde je
dat toe.
"Of ik kon proberen een hit te
schrijven. Dat vroeg hij. Dáár heb ik ja op gezegd. Als
ik aan een plaat werk, ben ik daar meestal mee bezig. Ik
probeer een catchy riff te maken, niet de één
of andere ondoorgrondelijke, troebele rotriff."
Iemand
die jou goed kent, beweert zelfs dat je in je
geldingsdrang over lijken gaat.
"Niet over lijken. Niet letterlijk. Ik
heb een hele scheut hippietijd mee gekregen. Dat was een
periode waarin de mensen verschrikkelijk lief voor elkaar
waren, maar niet heus. Ik voelde me ongelukkig in de hele
sfeer waarin de wereld toen verkeerde. Het was niet aan
mij besteed. Het blowen niet, de love, peace
en happiness niet, de hele mikmak niet. Toen
braken de punk en de new wave los en kwam ook Herman
Brood op. Die onderscheidde zich van alle anderen door
zijn blik strak gericht te houden op een doel. Hij deed
ongehoorde dingen met zijn band. Als zijn instinct hem
zei dat iemand niet voldeed, dan werd die er zonder
pardon uit geschopt. Dan werd gezegd: 'Aan het domste
jongetje van de klas hebben we geen behoefte'. Dat ging
keihard. Maar hij kreeg wel wat voor elkaar. En ik wist:
John Lennon deed het ook zo, Mick Jagger ook. Wie was ik
dan om te denken dat het op de softe manier ook kon. Als
het moet, ben ik een dictator. Dan gá ik over lijken.
Maar dat is meer een keuze dan dat dat echt in mij zit."
Je
zegt wel eens: 'Bedenk met wie je hier aan het werk bent'.
"Dat heb ik tegen de band wel eens
gezegd, ja."
En
als je niet het respect krijgt waar je op rekent, dan
trap je in het Utrechtse 'Tivoli' in de kleedkamer tegen
de wasbak, om vervolgens twee weken mank te lopen.
"Dat was een beetje een ongelukkige
actie, ja. Ik was gewoon stomdronken daar, die keer. Het
publiek wilde nog een toegift, de band wilde nog een lied
doen, maar zij hadden daar een nachtklok, wat ik niet
wist. Dus terwijl ik stond te zingen, werd ik van het
podium gehaald. Toen heb ik inderdaad in de kleedkamer
rondgeschopt. En ik heb ook wel met gitaren gegooid. Het
kán nou eenmaal enorm frustrerend zijn om in een band te
zitten. Jeroen (Booy, drummer van The Scene)
bijvoorbeeld, houdt van gitaarbands die in het kielzog
van The Police nog steeds up-tempo muziek maken. Ik denk
dat Jeroen het liefst zou zien dat ik dat soort muziek
maak. Dat is altijd een enorme discussie geweest. Ik kwam
steeds met van die medium tempo-nummers aan. Dan zag ik
hem denken: jezus, waarom niet wat sneller. Maar ík snap
wel waarom Sting The Police vaarwel heeft gezegd. Het
disciplineloze rammen op een gitaar is op een gegeven
moment niet goed genoeg meer."
Reden
waarom The Scene zich na het album 'Open' ontwikkelde,
anders ging klinken, maar wel minder succesvol werd.
"In die ontwikkeling ben ik een paar
keer de fout ingegaan, ja. Ik kan er maar één ding aan
doen: weer een hit schrijven. We hebben nu een leuk
experiment. Er was iemand die een eigen beheer-LP van
lang geleden op CD had gebrand. Ik zette die laatst op en
trof een nummer aan dat ik half vergeten was, maar ooit
hoog op de lijst stond om een single te worden. Dat
hebben we opnieuw opgenomen en gaan we nu op internet
zetten. 'Sabine's Gezicht' heet dat."
Hoe
ambitieus is dat? Een nummer van meer dan tien jaar oud
een beetje weggestopt op het net!
"Het idee is niet van mij, hoor. Maar
we zijn contractvrij, dus we kunnen zo kijken of we iets
kunnen doen zonder dat we met een platenmaatschappij te
maken hebben. En ik had dit opgenomen omdat het een goede
reden was om weer eens in de studio te zitten. Ik had
zo'n tijd alleen maar achter de schrijftafel gezeten."
Toch
een wat halfhartige poging om wederom succes te behalen.
Of is dat omdat je meent dat succes je sowieso toekomt?
"Niet het succes, de waardering komt
mij toe. Succes associeer ik met aantallen. Met grote
verkopen en veel publiek. We trekken met The Scene nu
belangrijk minder mensen. Ik heb altijd geweten dat dat
zou gebeuren. Al ten tijde van 'Open', toen het allemaal
niet op kon, waarschuwde ik de anderen er niet aan te
wennen, omdat het zo niet zou blijven."
Je
hebt er toch niet echt gelaten op gereageerd dat het
succes minder werd. Menigmaal zat je in de auto van de
manager op weg naar huis te huilen.
"Dat is waar. Het geeft ook spanningen.
Ook omdat ik me wel degelijk verantwoordelijk voel voor
een hele groep mensen."
Behalve
het verdriet waren er verwijten.
"Het verwijt aan mij was: het gaat nu
allemaal omlaag en dat is allemaal jouw schuld. Maar wat
kon ik daar aan doen?"
Je
kon twee dingen doen: of je deed er nog drie scheppen
bovenop, of je ging iets anders doen, wat jij hébt
gedaan.
"Dat is mij wel verweten, dat ik die
theateroptredens heb gedaan. Dat werd in het begin puur
als verraad beschouwd."
De
theatertournee heet ook: 'Thé Lau Zingt Thé Lau'. De
kritiek was: Thé maakt goede sier met iets dat van ons
is, want alles wat je zingt, zong je ook met The Scene.
"Het is een beetje ongelukkig dat deze
tour zo heet, dat ben ik met je eens."
De
theatertour heette drie jaar terug ook al zo.
"Ja, ja, dat is inderdaad niet zo
tactvol. Aan de andere kant moet ik zeggen dat ik niet
één nummer zing dat ik niet in mijn eentje heb gemaakt.
En ik ben niet zo'n bandman die zich één voelt met de
club."
De
andere bandleden zien The Scene wél als een familie. Jij
bent dan wellicht het familiehoofd.
"Als ik een rol heb, dan is het die.
En als ik de verwijten zie die over en weer worden
gemaakt, dan is het inderdaad net een familie. Zoals mijn
familie was. Vooral in de aanloop naar de opname van
'Marlene' was het werkelijk ten hemel schreiend hoe het
er in de oefenruimte aan toe ging. Het was een ramp. Het
is eigenlijk een wonder dat die plaat zo goed werd. Als
de sfeer het afgelopen jaar bij de optredens niet zo goed
was, dan was The Scene nu uit elkaar."
Het
heet dat je in je bewijsdrift bijna zelfdestructief bent.
De dingen waar je van houdt, laat je achter om je
ambities te verwezenlijken.
"Als ik in mijn eentje tot een bepaald
niveau kan reiken waar ik mét de band onder zou blijven,
moet ik het dan omwille van de band maar laten? Ik heb
daar nooit iets kwaads in gezien. We speelden 's winters
drie maanden toch niet. Dus kon ik het theater in. Vorig
jaar deed ik een optreden in Parijs, samen met Dante,
omdat het met de band nou eenmaal moeilijk kan. Dan moet
er veel geld bij."
Dan
laat je de familie achter.
"Als ik iets moois op kan bouwen in
Parijs en als ik met Dante de 'Olympia' aan mijn voeten
heb, dan is dat het moment om de band mee te nemen. Zo
zie ik het."
Bij
de presentatie van je boek in 'Paradiso', trad je ook met
Dante op. Emilie, bassiste van The Scene, kwam na afloop
naar je toe, viel je om de hals en zei: vergeet niet dat
wij ook al veertien jaar samen zijn. Waarop jij dat in
tranen erkende.
"Ik heb ook iets met Emilie. In mijn
ogen is The Scene zonder haar ondenkbaar."
Het
ging haar misschien niet om haarzelf alleen, maar om de
hele band die dacht: we moeten daar bij Thé en Dante
staan.
"Geen haar op mijn hoofd die eraan
dacht de boekpresentatie met de band te doen. Ik was toch
al bezorgd over reacties als: er is geen sprake van dat
die rocker kan schrijven."
Kun
je je voorstellen dat de band niet weet waar ze aan toe
is?
"Dat kan ik me wel voorstellen, ja."
Wat
zou er met je gebeuren als The Scene ophoudt te bestaan?
"Ieder van ons heeft wel eens gedacht:
ik gooi het bijltje er bij neer. Dat weet ik zeker. Maar
niemand doet dat. En ik dus ook niet. Terwijl ik
meermalen op dat punt heb gestaan."
Is
dat het gevolg van dat trage denken van je?
"Ik hou helemaal niet van keuzes maken.
Dat is een slechte eigenschap die me veel schade
berokkent in mijn leven. Maar áls ik een keuze maak, dan
is het ook definitief."
Ik
heb begrepen dat je aan het eind van het jaar een nieuwe
plaat uitbrengt: een plaat van Thé Lau, niet van The
Scene.
"Dat zou kunnen. Ik heb het de band
wel aangekondigd dat ik een keer een soloplaat ga maken."
Dan
heb je de keuze toch al gemaakt.
"Nee, dat is pas gebeurd als ik het
eerste nummer heb opgenomen. En misschien is het daarvoor
wel het goede moment." «
[Media]
|