HUMO (B) Kristoff Tilkin, maart 2000
Met The Scene
schreef Thé Lau zichzelf de voorbije twintig jaar de
Nederlandstalige Rock-'n'Roll Hall of Fame in, en nu
debuteert hij ook als schrijver met 'De Sterren Van De
Hemel' (Vassalucci/Van Halewijck), zeven in 'Alcohol En
Tranen' gedrenkte verhalen, die net als zijn songdecors
bevolkt worden met in rokerige cafés ronddolende zielen
en door het leven getekende loners: "Ik
kreeg daarnet van een interviewer te horen dat ik
'klassiek' schreef: hij bedoelde waarschijnlijk
'ouderwets', maar dat maakt me geen bal uit. Het laatste
verhaal van mijn bundel, 'Stella', wordt binnenkort
namelijk in het Engels vertaald, en dat vind ik een
vreselijk opwindend idee. De teksten van The Scene bleken
meestal zo goed als onvertaalbaar te zijn, maar nu zal er
toch iets van mij worden aangeboden in Londen, New York
en Los Angeles."
Was het een
jongensdroom van je schrijver te worden?
"Oorspronkelijk wilde ik een bundel
uitbrengen met twee verhalen, een paar gedichten en wat
tekeningen, maar mijn uitgever spoorde me aan om van de
vijftien pagina's proza die ik had er tweehonderd te
maken. Dat het wat uit de hand gelopen is, mag je dus op
zijn rekening schrijven. Omdat ik me onzeker voelde over
de kwaliteit van mijn verhalen, bood ik eerst nog wat
weerstand: ik heb laten vallen dat zij wel eens
schrijvers tekenen van wie ik in de bladen lees dat ze
niet zo veel voorstellen (lacht). Maar
uiteindelijk was het een uitdaging waaraan ik moeilijk
kon weerstaan."
En dat voor
iemand die een paar jaar geleden verklaarde dat hij
liedjes maakte, omdat hij te lui was om romans te
schrijven.
"Wees gerust, ik kan nog steeds
ontzettend lui zijn. Er zijn dagen dat ik vijf uur aan
één stuk een stom computerspel zit te spelen. Hoewel,
stom: het is eigenlijk heel léuk (lacht). Maar
ik moet wel voortdurend gestimuleerd worden, dat klopt.
Toen ik het kantoor van de uitgeverij buitenliep met mijn
contract onder de arm, dacht ik even 'Oh my god, waar ben
ik nou weer aan begonnen', maar dat soort angst raak ik
altijd snel weer kwijt. Ik ben niet zo manisch als Keith
Richards - die heeft naar verluidt ooit 'ns negen dagen
aan één stuk doorgewerkt - maar ik kan gerust nog wat
langer doorgaan als iedereen allang op zijn tandvlees zit."
Ben je bij het
schrijven van 'De Sterren Van De Hemel' ook tot op je
tandvlees moeten gaan?
"Voor ik aan deze bundel begon, had ik
uitgerekend hoeveel woorden ik per dag op papier moest
zetten om mijn boek voor de deadline klaar te hebben. Het
kwam neer op een slordige vijfhonderd per dag. Dat is
niet niks, maar het ging me verbazend goed af: in het
begin zat ik nog voortdurend woorden te tellen hoeveel
woorden ik al had, maar toen ik eenmaal in het hart van
mijn geest zat, lokte de ene zin de andere uit en
schreven de teksten zich haast vanzelf. Het gevoel van
thuiskomen dat ik tijdens het schrijven kreeg was
heerlijk. Gitaarspelen is ook leuk, maar ik heb
ontzettend hard moeten werken om het onde de knie te
krijgen - om van het zingen maar te zwijgen. Schrijven
ging me vreemd genoeg veel makkelijker af: misschien is
het wel de discipline waarvoor ik geboren ben. Ik vraag
me ook af of ik er niet beter vroeger aan was begonnen."
GEIL WIJF
Ook je vriend Rick de Leeuw van Tröckener
Kecks werkt aan een boek. Hebben jullie elkaar zitten
ophitsen?
"Toch niet, er zijn blijkbaar een
heleboel Hollandse muzikanten aan het schrijven gegaan:
zowel de zanger van De Raggende Manne als Leo Kenter, die
vroeger bij de Tröckener Kecks drumde, werken aan een
roman - al is Leo altijd al meer schrijver dan drummer
geweest. Waarom de anderen schrijven weet ik niet, maar
ik had voor mezelf weer eens het gevoel dat het tijd was
om de lat wat hoger te leggen. Als ik wil, kan ik op één
dag vijf goeie gitaarriffs uit m'n mouw schudden, en ook
melodisch heb ik zo mijn trucs, maar schrijven doe ik nog
onbevangen, zonder dat ik er al te veel bij nadenk. Ik
heb er ook heel wat van geleerd, en dat zal zeker zijn
weerslag hebben op mijn songteksten. Ik heb al een tijdje
niks nieuws meer geschreven, maar ik wil wel graag weer
teksten schrijven in de goeie Amerikaanse poptraditie.
Dat zullen de bandleden van The Scene overigens graag
horen: op de laatste twee platen stonden nogal loodzware
teksten. We hebben daar regelmatig over geruzied."
In 'De Sterren
Van De Hemel' heb je je gelukkig flink kunnen uitleven.
"Vooral in het verhaal 'Jazz': daar
heb ik het soort schuttingtaal in gebruikt dat je in
songteksten nooit kwijtkunt. Althans, die ik er
nooit in zou kwijtkunnen, omdat ik het niet elegant vind."
De
moederneukende Nederhop-crews storen zich daar niet aan,
Thé.
"Ja, maar ik stoor me dan weer aan hén.
Wat dat betreft ben ik een doodvervelende puritein.
Teksten als 'ik zat 'ns op lijn vijf, met naast me 'n
lekker geil wijf' zul je me nooit horen zingen."
Wie jou alleen
kent van rechtlijnige rocksongs als 'Blauw' zal raar
opkijken van een wat barokker verhaal als 'Stella'.
"Mensen komen me nu wel eens vertellen
dat ze 'Stella' en 'Charly Circus' twee keer hebben
moeten lezen alvorens ze het helemaal doorhadden. Nou,
zolang het bij die tweede keer maar echt bevredigend is,
vind ik dat prima."
Hecht je meer
belang aan waardering van de kenners dan aan massale
bijval?
"Ik denk het wel, ja. Ik heb maar één
keer een liedje gemaakt waar ik me zelf goed bij voelde,
en waarvan ik ook wist dat het door een groot publiek
omarmd zou worden: 'Blauw'. Anderzijds zou het erg zijn,
mocht je bloedmooie nummers schrijven die zo
ontoegankelijk zijn dat niemand naar ze wil luisteren.
Maar ik speel 'Blauw' wel nog altijd met veel plezier,
terwijl ik vermoed dat heel wat muzikanten het allang beu
zouden zijn. Je hoort wel vaker tijdens optredens liedjes
waarvan je denkt: dit wordt niet met plezier gezongen.
Beeld je maar eens in dat je Paul McCartney bent: om de
twee jaar een nieuwe plaat uitbrengen die flopt, en
tijdens optredens 'Yesterday' en 'Hey Jude' moéten
spelen."
Met The Scene
heb je altijd veeleer met Radiohead dan met Herman van
Veen willen concurreren.
"Toen we in 1991 in Werchter van het
podium stapten, tikte Dave Stewart onze bassiste Emilie
op de schouder en zei 'What a great band'.
Iemand met zo'n brede horizon kunnen overtuigen, dat
geeft natuurlijk een geweldige kick."
BIJTENDE HOND
Je zit als schrijver onder dak bij
Vassallucci, de uitgeverij die zijn koopwaar 'als
waspoeder op de markt sodemietert', zoals een fijnzinnig
observator in De Groene Amsterdammer opmerkte.
"Als ze me louter voor het geld hadden
getekend, hadden ze 't nooit voor minder dan een roman
gedaan, geloof ik. Want je weet toch hoe ze een
verhalenbundel in het Engelse uitgeversjargon noemen? The
kiss of death (lacht)."
Met wie wil je
je meten op literair vlak?
"John Steinbeck is al sinds mijn jeugd
mijn lievelingsschrijver, omdat bij hem het hele scala
van emoties de revue passeert: hij is heavy,
grappig en ontroerend tegelijk, net zoals Mozart. Ik wil
uiteraard niet de pretentie hebben om 'De Sterren Van De
Hemel' met 'East Of Eden' of 'Of Mice And Men' te
vergelijken, maar naar mijn gevoel zit ik met 'Stella'
toch al in de goeie richting. Ik wil in ieder geval het
lokale gekrakeel ontstijgen. Ik heb liever een discussie
met Bono in mijn hoofd, dan een écht cafégesprek met
welke Nederlandse muzikant ook. Als ik nou kijk naar wat
op het Boekenbal in 'Carré' is gebeurd: die confrontatie
tussen Freek de Jonge en Harry Mulisch wordt in de
kranten breed uitgesmeerd als ware het een echte
titanenstrijd, maar zeg nou zelf: het is (wijst tussen
duim en wijsvinger een halve centimeter aan) zo'n boekje
over een al even klein onderwerpje. Toegegeven, ik heb
ook smakelijk gelachen bij de performance van Freek, maar
ik kan het toch niet laten om te denken: waar zullen
jullie zitten als de Russen hier morgen binnenvallen. Ik
heb een sterk vermoeden dat ik wel eens een
strijdbaarder figuur zou kunnen zijn dan al die lui die
onder elkaar beginnen ruzieën als er camera's in de
buurt zijn. Misschien ben ik wel zo'n hond die nooit
blaft, maar als het moet wél erg kan bijten. Daarin lijk
ik op mijn vader, denk ik."
ZO METEEN: BUGS
BUNNY
In 'Kruis Van Verdienste'
reconstrueer je de verzetsdaden van je vader tijdens de
oorlog. Ik dacht dat hij nooit over die woelige periode
praatte.
"Hij was inderdaad heel zwijgzaam,
maar het is er door de jaren heen toch druppelsgewijs
uitgesijpeld. Het heeft zo lang geduurd omdat hij
zichzelf erg relativeert, en omdat hij zih dood had geërgerd
over wat kort na de oorlog gebeurd was. Het had zijn
leven geriskeerd in het verzet, maar de geallieerden
hadden het land nog niet goed bevrijd of er liepen al een
heleboel lui rond die prestaties claimden en lintjes
opgespeld kregen waar ze geen recht op hadden. Hij was er
behoorlijk bitter over dat hij zijn onderscheiding pas
dertig jaar na de oorlog heeft gekregen. Ik heb hem voor
'Kruis Van Verdienste' een paar keer uitvoerig geïnterviewd,
waardoor het eigenlijk een verhaal van ons beiden
geworden is. Hij geeft niet zo gemakkelijk zijn mening,
maar ik wéét gewoon dat hij apetrots is, nu het in
boekvorm verschenen is."
In 'Charly
Circus 'schrijf je dan weer over je eigen vaderschap:
'Naast alle kleine, spaarzame tederheden is dat de klap
van het vaderschap. Dat je kind zijn eigen circus moet
vinden'.
"Ik heb mijn eigen ervaringen hier en
daar wat aangedikt, maar dat gevoel ken ik wel. Zelf ben
ik gek op tennis, maar toen ik mijn zoon op de schoonheid
van de Wimbledon-finale tussen Agassi en Sampras wilde
wijzen, keek hij verveeld op z'n horloge en zei: 'Nou,
'Bugs Bunny' begint zo meteen' (lacht)."
Ik had de
indruk dat je in 'De Sterren Van De Hemel' ook een stuk
verleden van je af wilde schrijven.
"Als je je eerste boek schrijft, is
het inderdaad alsof je het deksel van je hoofd tilt: god
weet wat er allemaal tevoorschijn kan komen. Ik had dan
meer dan eens het gevoel dat ik met de billen bloot ging."
Dat merk je
ook: 'Stella' is bijvoorbeeld één worsteling met de
dood.
"Een paar jaar geleden zag ik in een
overlijdensbericht de naam van mijn eerste jeugdliefde.
Dat was een onvoorstelbare klap, omdat het me met mijn
eigen sterfelijkheid confronteerde, maar ook omdat we een
soort broer-zusrelatie hadden: mannen kunnen doorgaans
nogal slecht met vrouwen overweg en omgekeerd, tot ze
verliefd worden en er een soort broer-zusrelatie ontstaat.
Wel, als die zus van je sterft, ga je zelf ook een beetje
dood. Die ervaring heb ik in 'Stella' verwerkt."
Begin volgende
maand ga je terug de boer op met The Scene. Blij dat je
weer wat meer lawaai kunt maken?
"Best wel, want die theatertournee
waar we nu mee bezig zijn blijft wel een donkere tunnel.
Het is zo erg dat zelfs interviews een welkome afleiding
zijn (lacht). Je houdt echt niet voor mogelijk
hoe donker het is op die theaterpodia: soms kijk je de
zaal in en zie je letterlijk niets, zelfs niet eens
silhouetten van het publiek. En de felle spots in je
gezicht zijn net ondervragingslampen. Alleen het applaus
houdt je nog op de been."
Je vader zei
ooit dat wat jij doet dansen op een slap koord is, zonder
vangnet. Toch lukt het je aardig om je evenwicht te
bewaren.
"Inmiddels wel, ja. Ik zie de dingen
alleen maar vanuit dit ene perspectief: ik ben geboren om
dode materie tot leven te wekken, omdat dat het enige is
wat ik kan. Ik kan jouw werk niet doen, ik kan geen
minister van Buitenlandse Zaken zijn, of spits bij Ajax,
maar ik kan wel alles doen waar ik zin in heb, en daar
ben ik blij om." «
[Media]
|