HUMO (B) Oktober 1999
Vier keer zoog
het publiek Thé Lau en Dante Oei het podium al terug op
en nóg wil het méér. "Mja", zegt Lau terwijl
de zaal nog nastampt, "ik ga vanavond, geloof ik,
wel gelukkig naar huis." Terecht: tussen Lau en Oei
klikt er iets onherroepelijks. Gelukkig last Thé Lau
onderweg naar hun onontkoombare hoogtepunt heel
verrassend een komisch moment in. Hij leest voor uit
bijna uitgegeven eigen werk: kleine Thé speelt op het
strand en... "Toen we dichterbij gekomen waren,
werd mijn blik plotseling vastgezogen aan het badpak van
de moeder van mijn vriendinnetje. Mijn ogen beten zich
vast in het kruis van haar badpak, van waaruit in
weerszijden kroezige haren ontsnapten, die over het begin
van haar dijen krulden... Ze was zich niet bewust van
mijn starende blik, maar zeker ook niet van het
ontsnappende schaamhaar. Het woord had ik nog nooit
gehoord, laat staan dat ik het begrepen zou hebben. Maar
ik was een kleuter met een missie, toen voelde ik het al:
ik moest iets ontdekken..."
Je songteksten
bijten zich meestal vast in de levenspijn, maar in je
verhalen sta je ook humor toe. Verdragen je teksten over
passie en strijd de relativering van de humor niet?
"Goh, dat is de moeilijkste vraag die
je me kan stellen. Ik ken heel veel artiesten die op
allerlei manieren emoties in muziek vertalen; bij de
songwriters zijn Brel en John Lennon twee grootmeesters.
Brel heeft geen humor, Lennon heel veel. Ik heb het
altijd heel moeilijk gevonden om daar mijn weg in te
vinden. Randy Newman kan ook prachtige songteksten
schrijven, maar heeft vaak weer té veel humor. De
liedjes waarin ik humor geprobeerd heb, verdwenen ook
altijd helemaal. Zo'n verhaal vertellen doe ik liever dan
bij wijze van grap 'Una Paloma Blanca' zingen. Een lied
met een andere toon vind ik raar, daarna ben ik afgeleid
en heb ik moeite om terug te komen tot wat ik eigenlijk
met de muziek wilde doen. Om passie, romantiek en humor
te combineren moet je, denk ik, heel groot zijn. Mozart
kon dat."
Waarin zit de
moeilijkheid?
"Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik
nogal eens verkeerd word uitgelegd. Ik bedoel: als ik
iets zeg waarvan ik denk dat het grappig is, gaan de
mensen meestal alleen maar van: 'Oh'. En als ik even
later vind dat ik heel serieus bezig ben, begint iedereen
hard te lachen. Dat is zo'n beetje Het Probleem Van Mijn
Leven eigenlijk, wat op zich misschien wel weer komisch
is. Kijk, eigenlijk vind ik 'Blauw' een vrij komisch
lied, als je je er een voorgeschiedenis bij denkt toch:
een man slaat - zo stelde ik me dat altijd voor - na een
ontstellende ruzie de deur achter zich dicht en zet het
in het café op een zuipen van jewelste. Eerst zijn er
alleen de naklinkende elementen van de ruzies en zijn gegutteguttegut,
maar na vijf borrels denkt hij alleen nog: 'Ik ben vrij!'
(lacht). En dan, nog een paar borrels later,
vraagt hij zich opeens af: 'Wat was haar standpunt ook
alweer?'. En langzamerhand dringt zich de gedachte op: ik
ben wel vrij, maar ik ben ook een beetje die volslagen
idioot waarvoor ik eerder deze avond ben uitgemaakt. En
in die gemoedstoestand gaat hij naar huis en zingt
zachtjes voor zich uit: 'Blauw, blauw, blau-auw, keer ik
terug...' (grinnikt). Ik vind dat zelf nogal een
komisch beeld. Ik weet nog voor ik het schreef - ik zat
toen zelf in zo'n situatie - dat pas toen ik vlak bij de
deur was ik iets begon te voelen als: oh jee, hoe ga ik
straks eigenlijk ontvangen worden? Maar die hele
kilometer op weg naar huis moest ik alleen vreselijk om
mezelf lachen."
Hoe is het
idee van die solotour eigenlijk ontstaan?
"Ik zag Randy Newman een keer spelen,
in z'n eentje, met alleen een piano, twee keer een heel
uur. Dat dat kon en tot het einde boeiend bleef, dat vond
ik ongelofelijk. Ik besefte toen al wel dat het voor een
groot deel blééf werken omdat hij verschrikkelijk mooi
piano kon spelen."
Zoals Dante.
"Ja, Dante is zo'n fantastische
toevalligheid die gewoon mijn leven is komen
binnenwandelen - als babysit, om precies te zijn. Dat was
puur zo'n geval van: je botst tegen iemand op en er
gebeurt iets wat met een ander niet kan gebeuren. Hij
maakte arrangementen, zei hij, en ik was nieuwsgierig, zo
is het begonnen. Alles wat hij deed, vond ik zo mooi en
anders. Wij hebben regelmatig aanvaringen over allerlei
dingen, maar nooit over stijl en nooit over smaak. Het
is, kan ik je zeggen, in muzikale en artistieke
samenwerkingen héél zeldzaam dat als de één zegt:
'Dit is niet goed', de ander meteen knikt en zegt: 'Ja,
je hebt gelijk'."
Jullie kijken
op het podium steeds naar elkaar.
"Ja, om het strak te houden. Ik kijk
hoe hij zich voelt. Als ik zie dat hij niet helemaal 100%
is, weet ik dat ik zelf wat harder moet werken, en om die
reden kijkt hij ook naar mij. Maar vanavond keken we
alleen maar naar elkaar om te zeggen: dit is toch echt
wel fantastisch."
Bestaat The
Scene eigenlijk nog, zullen de mensen zich afvragen?
"Ja, we spelen, maar in de luwte. We
hebben twee jaar een heel slechte periode gehad: ruzies,
scheldpartijen achter in de auto, met een hoop drank
erbij. Het is wat elke band wel een keer meemaakt. We
zijn er wel uitgekomen. Alleen kregen we toen net
gedonder met de platenmaatschappij, één van die fusies
waar de hele wereld volgens mij aan kapotgaat omdat er
veel te grote, onpersoonlijke, ontoegewijde organisaties
uit voortkomen waarvan ik me niet kan voorstellen dat wie
er werkt zich happy kan voelen. Onze laatste
plaat is er in ieder geval aan kapot gegaan."
Kan The Scene
eeuwig blijven bestaan?
"Ja. Daarom kijk ik goed uit dat het
kleine geluk van die goeie sfeer die weer is teruggekeerd
niet onder vuur komt te liggen van ordinaire optredens,
televisieshows of andere promotionele onzin. Ik wil dat
The Scene - dat heb ik altijd gewild - één van die
legendarische bands wordt die werkelijk iets in de
muziekgeschiedenis van de Lage Landen betekent." «
[Media]
|