TIEN OM THE SCENE

HUMO (B) Serge Simonart, mei 1998

Thé Lau (1998)'Marlene', de mooie achtste CD van The Scene, in hun twintigjarige (!) carrière, is subtieler, zachter en in zekere zijn ook rijker dan de rock-'n-roll die we kennen. Als de vorige CD's van The Scene de soundtrack waren bij EXTERIOR/DAY-scènes, is 'Marlene' die bij INTERIOR/NIGHT. 'Marlene', alweer een CD-titel van één woord: "Ik haat lange titels", zegt Thé Lau. Zijn stem klinkt melancholieker dan ooit. "Het was er ons deze keer vooral om te doen beter te worden," zegt hij, "niet harder." In de bar van een hotel, terwijl een collega-artiest op de piano jazzklassiekers aan flarden zaagt, filosofeert Thé Lau over:

MISVERSTANDEN
"Mensen adopteren je liedjes, maar vaak horen ze er iets heel anders in dan wat je bedoeld had. 'Samen', uit de CD 'Open', schreef ik toen de burgeroorlog in Joegoslavië uitbarstte. Net toen iedereen de mond vol had van een eensgezind, verenigd Groot Europa, zag ik eigenlijk alleen maar versplintering. Ik zong: 'zo komen we samen waar de tegenstand bestaat' omdat ik inzag dat de schijnbare eenheid van een land als Joegoslavië alleen maar berustte op de aversie van de Bosniërs, Serviërs en Kroaten tegen een gemeenschappelijke vijand: de Sovjet-Unie. Maar door de titel en de openingszin 'het zit erin, het komt eraan; het wil niet wachten, het wil bestaan'... heb ik inmiddels ongeveer zeventig geboortekaartjes gekregen van stelletjes die dachten dat het nummer dáárover ging. Als we nu in theaters optreden, zie ik dat tijdens 'Samen' veel vrouwen de hand van hun man beroeren of zo - je merkt gewoon dat dat nummer voor hen iets bijzonders betekent. En dan denkt géén van hen ook maar éven aan Bosnië. Net zoals veel mensen 'Feest' associëren met begrafenissen, maar nog nooit iemand me heeft gewezen op de paradox dat die titel haaks staat op het gevoel in dat nummer, en ik het eigenlijk heb over het éind van het feest. Blijkbaar zijn de meeste mensen minder met paradoxen bezig dan ik. Maar ik begrijp dat, want mij overkwam net hetzelfde: toen ik mijn huidige vrouw leerde kennen, was 'Purple Rain' net een monsterhit, en als ik dat nummer nu ergens hoor, denk ik automatisch aan m'n vrouw en aan de roes van onze prille liefde. En van 'Ashes To Ashes' van David Bowie dacht ik altijd dat het zowat zijn eigen requiem was; een neerslag van zijn drugsverslaving en mislukte huwelijk. Ik vond dat nummer zwarter dan om het even wat Lou Reed ooit heeft geschreven. Maar eigenlijk gaat het over astronauten en is het een vervolg op 'Space Oddity'."

DIANA
"Ik weet waar ik het over heb als ik 'Feest' zing. Ik ben een veteraan van begrafenissen - dat klinkt cynisch, maar het is een feit - en ik ken het hele ritueel te uit en te na. En ik stond stomverbaasd van mezelf toen bleek dat ik helemaal kapot was van de dood van Lady Di en ik echt het gevoel had dat de wereld een enorm verlies had geleden, terwijl mijn hele ratio me toeschreeuwde dat het bullshit was. En dat vind ik nog steeds, maar toch: er zat zoveel glamour samengebald in zo'n mooi, glanzend, klein potje dat ik er niet aan kon weerstaan. En tegelijk vervloek ik mezelf dan omdat ik eigenlijk vind dat ik oneindig veel zwaarder moet tillen aan de dood van Miles Davis, ook al was dat naar verluidt een slecht mens. Maar ja, voor 'naar verluidt' koop je niets. Van Lou Reed zeggen ze ook dat het een zeikerd is, maar misschien is het wel een heel onzekere, gekwetste man die heel gecompliceerd in elkaar zit."

ROCK-'N-ROLL
"Toen we 'Marlene' zouden gaan maken, waren we met de groep op een dood punt aangeland. 'Wat nu?', was de hamvraag. Al gauw was duidelijk dat we maar één ding konden doen, namelijk: nog beter worden. Toen bleek dat 'beter worden' ook inhield dat we bijscholing nodig hadden, dat we meer zouden moeten repeteren en dat we onze muzikale horizon moesten verruimen, kwamen de puristen van de groep in opstand. 'Ja maar', was hun redenering, 'als je technisch te goed wordt, kun je geen goeie muziek meer maken'. Creatieve vooruitgang en technische verfijning zijn volgens hen anti-rock-'n-roll. Plots werden er beschuldigingen rondgeslingerd als 'oh, wil je dan dat we Total Touch worden?'. Nee, natuurlijk wil ik niet dat The Scene zo'n aalglad middle of the road-bandje wordt. Ik wil dat we verbéteren, niet veranderen. Want dat is wel een gevaar, dat je zo krampachtig alsmaar met iets nieuws op de proppen wil komen, dat je jezelf gaat verloochenen. Ik merk het ook aan de reacties op onze platen: 'heel goed, maar het klinkt weer hetzelfde'. Ja, wat verwacht je dan? Dat The Scene plots een reggaeplaat maakt? Van Morrison klinkt ook elke keer hetzelfde, maar hij is wél Van Morrison, en niémand klinkt zoals hij. Wel, ik heb handschrift als liedjesschrijver zoals iedereen een handschrift heeft. En een handschrift verandert wel een béétje door de jaren heen, maar dat is dan alleen omdat je in periodes van zelfverzekerdheid wat groter gaat schrijven, en als je je niet lekker voelt wat kleiner, en als je twijfelt aan iets schrijf je wat onleesbaar (lacht)... Maar het blijft mijn handschrift, en onze muzikale identiteit."

PUUR
"Puur blijven. Onbesmet. Daar ben ik toch mee bezig. De KLM heeft ooit 'Blauw' willen kopen. Zij dachten natuurlijk: 'die song past perfect bij onze reclamecampagne: blauw - lucht - KLM.' Heineken heeft me ooit gevraagd een bierreclame in te zingen. Ze hadden al een tekst, maar ik mocht 'm herschrijven. Ik hoefde ook niet in beeld, het was gewoon één dag studio en ik zou daarvoor honderdduizend gulden krijgen. Toen heb ik geaarzeld. Misschien ben ik te puriteins. En wellicht komt er een dag dat ik já zeg. Maar toch: het blijft uitverkoop. In Amerika doet iedereen het, begrijp ik. Zelfs Bob Dylan, die voor mij behalve een muzikaal genie toch ook een soort morele graadmeter is."

"En Lou Reed, die reclame maakt voor kredietkaarten! Waar blijf je dan met je anti-establishment imago? Ik hoorde onlangs dat er een nieuwe standaard zou komen voor CD's, zodat een CD eindelijk net zo goed zou klinken als een vinyl plaat, maar dan zonder ruis. En dat Lou Reed zo principieel was dat hij daarom pas nu toestemming had gegeven om zijn oude platen op CD te laten overzetten. Nou, dat vond ik fraai van 'm. Maar nu blijkt dat zijn platen allang verkrijgbaar zijn op CD, dus misschien was dat weer zo'n reclamestunt. Misschien reageer ik te provinciaal, maar toch... In België valt me bijvoorbeeld altijd op dat iedereen sponsoring van rockoptredens doodnormaal vindt, terwijl dat in het Nederlandse muzikantenmilieu nog steeds taboe is."

TIJDGEEST
"Ik vind één van de tragische neveneffecten van deze tijd dat consequentie en principes niet noodzakelijk worden beloond. Het ergert me ook dat alles zo oppervlakkig is. Anderzijds ervaar ik op dit moment in de maatschappij een soort Stille Kracht die daar tegenin gaat. Een beetje zoals de hippies van weleer; jongeren die niét koopziek, oppervlakkig of afgestompt door videospelletjes zijn. Maar omdat net dat soort mensen niet de grootste schreeuwers zijn, hoor je er niet veel van. En er wordt godzijdank weer veel leuke muziek gemaakt. Ik betrap me er echt op dat ik dit jaar veel meer CD's koop dan de voorbije vijf jaar. Ik heb net de CD van All Saints gekocht. Met rock-'n-roll hebben die natuurlijk geen ene moer te maken, maar dat meidenclubje straalt iets ongelofelijk positiefs uit. En van zoontje van tien vindt ze ook te gek, dus dat is tenminste één plaat waar we samen naar kunnen luisteren. Voor de rest vind ik wat-ie draait gruwelijk (lacht)."

"Zelf draai ik thuis meer klassieke muziek dan popmuziek. Wat ik betreur, is dat ik niet meer kan genieten van een nieuwe popplaat zoals ik dat kon toen ik zeventien was. Je weet wel, dat je zo bent betoverd door een sound dat je dat nummer vier uur achter elkaar wil draaien. Dat gevoel is weg. Net zoals een goochelaar nooit met open mond staat te kijken naar een andere goochelaar, want hij kent die trucs ook. Maar dat kan ik nog wel in de klassieke muziek: zo helemaal opgaan in iets dat nog geheimen heeft. Ik vraag op repetities aan onze pianist ook regelmatig: 'speel nog eens die sonate van Beethoven uit het hoofd.' Dat vind ik wonderbaarlijk... precies omdat ik het zelf niét kan. Er gaat ook wel iets rustgevends uit van het besef dat ik weet dat het voor mij te laat is om dat nog te leren."

"Ik heb met Freek de Jonge gespeeld, en die kan ook niet meer rücksichtslos buiklachen om een andere komiek, zoals hij dat kon voor hij zélf het metier ging beoefenen. En in de autorit na het optreden was Freek ook bijlange na niet de leukste. Dat was de drummer. Mijn ervaring is trouwens dat komieken bijna nooit geestige mensen zijn. Ze zijn grappig op een podium, maar niet geestig ernaast. Niet alleen kennen ze niet meer die instinctieve buiklach; die totale overgave aan een lach, maar volgens mij is het nog erger; volgens mij hebben beroepskomieken dat soort buiklach nooit gekend. Tommy Cooper is naar mijn gevoel de uitzondering die de regel bevestigt. Net zoals ik niet kan zingen op een familiefeestje."

VOORBEELDEN
"Boeken en muziek van andere artiesten kunnen mij echt opladen. Als ik een roman lees waarin de hoofdpersoon een zelfverzekerd iemand is, ben ik tijdens de periode dat ik dat boek lees ook zelfverzekerder dan anders, en krijg ik meer voor elkaar. 'East Of Eden' van John Steinbeck heeft bijvoorbeeld altijd een goed effect op me. De hoofdpersoon daarin heeft meer liefde dan organisatorisch talent, zeg maar, en dat herken ik wel. Ik ben ook niet te beroerd om te leren uit de voorbeelden van anderen. Eén van de redenen waarom The Scene succes heeft, is dat ik jarenlang de carrière van Madonna op de voet heb gevolgd. Madonna is niet iemand die je met onze muziek zou associëren, maar toch heb ik veel van haar geleerd. Bijvoorbeeld hoe pragmatisch zij omging met de mogelijkheden van het platform waarop ze op een bepaald moment kon opereren, en wat ze moest doen om een hoger platform te bereiken, en wat ze dáár moest doen om een nog hoger platform te bereiken. Visie. Dat je je blik permanent moet focussen op waar je heen wil, en gebruik maken van de talenten van diegenen die je op dat moment omringen, dat heb ik van haar geleerd. Nou doet zij dat wel érg meedogenloos (lacht). Ik ben helaas loyaler, en niet zo avontuurlijk, ik ben niet voortdurend op zoek naar nieuwe mensen. En da's misschien maar goed ook. Nieuw is niet noodzakelijk beter. Bowie bijvoorbeeld heeft in zijn carrière heel goeie bands gehad, maar ook heel slechte."

VERLEDEN
"Iedereen heeft wel dingen in zijn verleden die haaks staan op zijn huidige staat van dienst. Ik heb een verleden als tennisser. Niet iets dat je meteen met rock-'n-roll associeert. Maar mijn vader baatte in mijn geboortedorp Bergen (een strandplaatsje in Noord-Holland) een tennisclub uit."

PERFORMEN
"Alles telt. Als je optreedt, win je het publiek niet alleen met de kwaliteit van je liedjes, maar met álles wat je zegt, doet, niét zegt, niét doet... Ik zag ooit een interview met tennisser Ivan Lendl, die op het hoogtepunt van zijn roem toch door veel mensen werd gehaat. Die interviewer zei tegen Lendl: 'Jij moet op balletles. Tijdens de wedstrijd heb je geen problemen, want dan sla je foutloze ballen en kijkt iedereen bewonderend naar je. Maar tussen twee spelwisselingen in verknoei je het door de stuurse manier waarop je kijkt, loopt, beweegt, gaat zitten, drinkt... Dus als je balletles volgt en wat sierlijker en aangenamer leert bewegen, is iedereen gek op je.' Wel, dat advies was voor Lendl miljoenen waard, vond ik. Want de ontroering of de bewondering die één mooi liedje heeft opgebracht, ben je zo weer kwijt als je vlak daarna niets zegt, of het verkéérde zegt."

"Maar als je optreedt, ben je wel een uurtje koning, hoor. Tijdens een goed optreden ben je untouchable. Dat groeit, natuurlijk. Ik herinner me nog m'n eerste optreden, op school: ik was doodzenuwachtig, en volgens mij luisterde er niet één. Nu ben ik nog steeds nerveus, jazeker. Een uur voor het optreden mag er tegen mij niet worden gepraat, tenzij over het optreden zelf. In het begin was mijn ambitie: Eric Clapton worden. Die speelde toen bij The Bluesbreakers, en dat vond ik een geweldige groep. Vooral omdat zij, net zoals Traffic toen, optredens gaven waarvan ik merkte dat het puur om de muziek draaide. Die jongens van Traffic wisselden ook geen woord met het publiek. Niet uit onvriendelijkheid, maar gewoon omdat zij verdiept waren in hun spel, en de reactie van het publiek eigenlijk bijzaak was. Die jongens waren niet krampachtig bezig met vragen als 'heeft het optreden wel tempo, en is er wel sfeer, en zoniet, wat doen we daaraan?' Dat heb ik liever dan performers die steevast de kortste weg naar het applaus zoeken."

"Ik zag de repetitie van een concert van Tina Turner, en die studeerde zelfs in wanneer de jongens in het publiek iets moesten roepen, en wanneer de meisjes. Ik dacht: 'god, mens, jij hebt zoveel optredens gedaan en je hebt al dat talent... kan je niet wat spontaner zijn?' Maar dat is Amerikaans, hè. Dat noemen ze daar 'efficiëntie'. Anderzijds fluistert er ook een stemmetje in mij: 'je moet Amerikanen wat showbusiness vooral héél erg au sérieux nemen, want ze kunnen het nu eenmaal het beste'. Misschien weten zij wel iets dat wij niét weten. Misschien komt, als je de spontaniteit doodt, er nog iets beters voor in de plaats. Soms maak ik me namelijk wel eens zorgen of eerlijkheid en spontaniteit wel de beste manier zijn. Want we nemen regelmatig concerten van The Scene op, en als ik daar naar luister, blijkt dikwijls dat de optredens waarbij ik me niét zo lekker in m'n vel voelde de beste zijn. Dat geeft te denken."

"De enige keer dat ik die onbevangenheid recent heb gevoeld, was toen ik Paul Simon zag op Torhout/Werchter, het jaar dat wij daar ook speelden. En dat kwam door die Afrikaanse muzikanten die gewoon hun ding deden. Het had iets instinctiefs, organisch'. En Paul Simon stond daar ontspannen met z'n vingers te knippen alsof ze bij hem thuis in de tuin repeteerden - hij leek zich er totaal niet van bewust dat er zestigduizend mensen ademloos stonden te luisteren. En precies dát maakte het zo'n magisch concert. Ik was een tijdje geleden ook gecharmeerd door Radiohead, van wie ik hun eerste optreden in een grote zaal zag. Thom Yorke stond daar wat beschaamd, zo van: 'sorry, we treden normaal in kleine zaaltjes op, ik weet ook niet wat er hier van me wordt verwacht'... Heel mooi, die onwennigheid. Maar ja, een jaar later zijn ze die spontaniteit natuurlijk kwijt." «


[Media]