HET NIEUWSBLAD (B) Hans-Maarten Post, maart 1992
"De enige verhouding die er toe doet,
is de verhouding tot het publiek", aldus Scene-voorman
Thé Lau. Het is een uitspraak die de Nederlandse band
typeert. Kapsones zijn hen vreemd, ook al haalde hun
vorige CD 'Blauw' in België de goudstatus en is er voor
hun prima nieuwe CD 'Open' waarschijnlijk een zelfde
gouden toekomst weggelegd. Elke avond opnieuw het publiek
veroveren, daar draait het om bij The Scene. Het elke
keer weer dieper uit zichzelf halen, zichzelf openbreken.
Onvermoeibaar, ondanks het feit dat het vijftal de
Belgische live-top al bereikte. "Torhout/Werchter,
dat waren de mooiste optredens die ik ooit heb gedaan."
"Zoals ik het zie,
maak je een plaat niet om een plaat te maken. Je maakt
een plaat om optredens te kunnen spelen, voor het publiek.
En natuurlijk moet je vooral proberen een steeds beter
optreden weg te geven. Waar we zitten op een schaal van
nul naar tien, weet ik niet precies. Maar zeker niet bij
tien." Dat vertelt zanger en tekstschrijver Thé Lau
op een vroege ochtend in een Brussels hotel, gezond
relativerend. Live staat zijn groep The Scene het sterkst
en komt het geluid van de band het best tot zijn recht.
Het mag dan ook geen wonder heten dat het Nederlandse
vijftal op de net verschenen CD 'Open' probeerde dat
levende geluid ook op plaat vast te leggen. 'Open' klinkt
uitermate rauw en live. Een krachttoer die vele groepen
willen uithalen, al is het weinigen gegeven. Ook dat
compliment relativeert Thé Lau. "Het is puur een
kwestie van alles in één keer opnemen. Nou ja, bijna
alles. We proberen de studio zoveel mogelijk te gebruiken
zoals klassieke orkesten dat doen. Allemaal samen spelen,
en het in één keer op band zetten. Gitaarsolo's, de
hele mikmak zoveel mogelijk in één keer. Dan gaat het
automatisch live klinken. Waarna het daarna natuurlijk
nog helemaal kapotgepolijst kan worden."
Tröckener
Kecks-voorman Rick de Leeuw trad weer op als producer.
Jullie blijven zweren bij die samenwerking?
"Het was de vorige keer goed gegaan,
dus waarom zouden we hem niet weer opnieuw gebruiken? Hij
is geen standaard producer, heeft geen standaard manier
van opnemen. Bovendien is hij mijn beste vriend. Tussen
ons klikt het sowieso al goed, en we hebben over een hoop
dingen precies dezelfde ideeën. Wat me ook bevalt is dat
hij een band in de studio behandelt zoals een sportcoach
een team zou behandelen."
Je ontving al
veel lof voor het vrouwvriendelijke aspect van je teksten.
Bestaat het gevaar niet dat je die critici naar de mond
gaat schrijven?
"Natuurlijk. Maar je kan het moeilijk
helemaal veranderen. Dat vrouwvriendelijke is een kwestie
van instelling. Ik heb nou eenmaal een bepaalde manier
van teksten maken, en die zal ik niet gauw veranderen. In
de muziek heb je het principe: meer met minder. Dat pas
ik in mijn teksten toe en dat zal ik altijd wel blijven
doen. Als je iets met één zin kan zeggen, waarom zou je
er dan drie of vier voor gebruiken? Mensen die dat wel
doen, zeggen een hoop dingen twee, drie of vier keer. Dat
is zonde van de ruimte. Ik doe dat ook wel, hoor. Alleen,
ik herhaal het dan letterlijk (grinnikt)."
SNERTPLAAT
Als je steeds minder woorden
gebruikt, kom je dan niet op een punt waar je steeds dezélfde
woorden gebruikt, omdat die bepaalde veelzeggende woorden
nu eenmaal een wereld van associaties of gevoelens
oproepen? Moet je dan geen woorden uit je vocabularium
schrappen omdat je er te vaak beroep op doet?
"Dat is al gebeurd, ja. Al kan ik me
niet meteen concrete voorbeelden herinneren. Maar je moet
weten dat ik nooit echt teksten schrijf. Ik schrijf een
tekst pas voor het eerst op als het nummer al klaar is.
En dat is alleen omdat ik bang ben dat ik de tekst anders
vergeet. Ik zing altijd gewoon met de muziek mee. En dan
komt er iets uit of er komt helemaal niets uit. Als er
niet meteen iets uitkomt, laat ik het liggen, wacht een
week en probeer het weer. Dat is de manier."
'Open' is een
erg korte CD geworden.
"Zo'n drie kwartier. Ik vind dat CD's
niet zo lang moeten zijn. Ik heb zelf bijvoorbeeld nog
nooit een CD helemaal gedraaid. Drie kwartier muziek
uitbrengen vind ik in wezen al te lang. En de CD's moeten
goedkoper worden."
De plaat laat
zich bij voorkeur van A tot Z beluisteren. Van begin tot
einde. Elk nummer staat op zijn plaats. Doe je er lang
over om die volgorde te bepalen?
"Rick de Leeuw doet dat. Maar hij is
er inderdaad wel een tijdje mee bezig. En het is wel
grappig te zien dat je ook in één klap een snertplaat
hebt als de volgorde verkeerd is. Dat is bij een hoop
platen zo. Als je de verkeerde volgorde hebt, blijft er
echt niets van over. Net alsof je een film achterstevoren
zit af te kijken. Daarom zou de random-toets van
de CD-speler er ook afgehaald moeten worden. Kan je de
volgorde niet veranderen. Het is heel vreemd. Het lijkt
wel alsof je geconcentreerd aan allerlei losse elementen
hebt zitten werken, maar dat die volgorde er eigenlijk al
is. Het voelt zo, je weet dat-ie er is, je moet hem
alleen nog opsporen. Meestal valt er dan ook nog eens een
nummer af. Een nummer waar nergens plaats voor is, zonder
dat dit het geheel bederft."
Eén van de
punten van kritiek op 'Open' zou kunnen zijn dat de
nummers teveel verwijzingen bevatten naar vorig werk.
Jullie vallen in herhaling.
"Dat vind ik nu juist wel leuk. Het
was op 'Blauw' al met de plaat ervoor. Maar we kunnen
moeilijk plots housemuziek gaan maken. Bij één nummer,
'Liefde', hebben we bewust geprobeerd iets anders te doen.
Namen een ritme wat we normaal nooit gebruiken, en
waterige gitaren, wat we ook nooit doen. Vond ik
hartstikke leuk, maar ik moet er niet aan denken dat die
hele plaat zo geworden was. Dan heb ik ook de kritiek al
gehoord: 'Scene spoor volledige bijster'."
GROOVE
Eén van de krachtigste elementen in
de muziek van The Scene is die pulserende onderlaag onder
de nummers, die 'groove'.
"Dat is de ruggengraat van onze muziek.
We zetten de nummers in de oefenruimte ook echt op vanuit
de groove. Meestal is het in het begin maar één akkoord
met een ritme. Dat blijft meestal ook bestaan. Als we dan
wat verder werken, wordt alles wat de groove breekt,
weggestemd."
Een paar
nummers bestaan in wezen nog alleen uit die groove.
"Dat moet ook wel als je zo weinig
akkoorden gebruikt als wij. Als je echt maar twee à drie
akkoorden per nummer gebruikt, en je hebt die groove
niet, dan wordt het wel heel saai. Het is een bewuste
keuze van ons om het met zo weinig mogelijk akkoorden te
doen. Het is geen onkunde. Nou ja, deels natuurlijk ook
onkunde (lacht). Er zijn veel bands die met een
hoop akkoorden werken, maar dat vonden wij niet kunnen."
WORTELS
"De grondslag is voor ons in feite nog
steeds zwarte muziek. Bijna alle popmuziek die je hoort,
kan je terugleiden tot zwarte muziek. Bij ons wel iets
meer dan bij echte rockgroepen. Wat dat betreft zijn we
niet eens echt een rockgroep. Het mooiste is natuurlijk
als je kunt terugvallen op je eigen volksmuziek. Iedereen
gaat op een bepaald moment naar zijn verleden, zijn
cultuurwortels zoeken. Als wij daar naar gaan zoeken, is
het echt gruwelijk wat je tegenkomt. Ik weet wel wat de
toekomst wat dat betreft in Nederland zal brengen. Het is
niet verwonderlijk dat de Nederlandse band die het het
verst schopte, een band is met een gemengde samenstelling.
De Urban Dance Quad. Ik zou graag in zo'n band willen
zitten. Alleen, het is vrij moeilijk om zoiets bij elkaar
te houden. Op één of andere manier is het ook niet goed
als je zegt: ik wil absoluut een neger op drums. Urban
Dance Squad is min of meer bij toeval samengekomen. Daar
zit Surinaamse cultuur in, ook een Nederlandse instelling
en een half Indonesische gitarist in. Laten we hopen dat
het die richting uitgaat, in plaats van dat ze elkaar
allemaal afslachten."
Jij bent de
spreekbuis voor de groep. Is The Scene nu een echte
groep, of jouw begeleidingsband?
"We spelen nu drie jaar in deze
samenstelling. Het is ondertussen een hele hechte club
geworden. Het biedt mij ook een hoop bescherming.
Voorheen konden dingen die mensen van buitenaf zeiden,
nog heel gemakkelijk tweespalt zaaien in de gelederen.
Dat gebeurde ook aan de lopende band. Nu moet men dat
niet proberen, dan krijgt die persoon meteen het hele
blok tegen zich. De sterkte van de groep is dat we elkaar
goed aanvoelen. En iedereen heeft zo zijn rol. Emilie, de
bassiste, komt als vrouw af en toe met een verrassende
kijk op dingen om de hoek. Dingen die bij ons niet
opkomen. Jeroen, de drummer, is er voor de groove. Eus,
de gitarist, houdt de boel scherp, niet te gezapig. En
toetsenist Otto is theoretisch nogal onderlegd, dus mocht
er toch een fout in die drie akkoorden sluipen, dan
speurt hij die wel op."
HUMOR
'De spirit, de humor, de erotiek',
zing je in 'Maan'. Twee van die elementen zitten in de
muziek van The Scene. Maar waar is de humor gebleven die
er vroeger nog wel was?
"Daar moeten we inderdaad wat aan doen.
Er zit nog wel humor in, maar het is een heel bedekte
soort. Hier en daar op deze plaat is het tongue-in-cheek,
maar je ziet bij wijze van spreken de bobbel niet eens
meer. 'Blauw' bijvoorbeeld, vond ik een heel geestig
gegeven. Ik was stomverbaasd dat iedereen het heel
serieus opvatte. De situatie die ten grondslag ligt aan
het liedje is gewoon iemand die 's nachts dronken
thuiskomt terwijl-ie beloofd had er om elf uur te zijn.
Als ik zo iemand over straat zie lopen, lig ik in een
deuk. Maar je moet ook niet bang zijn ernstig te zijn,
toch? Als het te grappig wordt, krijgt het automatisch
ook iets vrijblijvends. Dat vind ik een beetje slap. Het
is ook wel lastig, omdat je wel een beetje die richting
uitgeduwd wordt als je zoals wij hier in België steeds
grotere optredens begint te doen. Maar ook al ga je die
kant uit, het zal onvermijdelijk een keer gebeuren dat we
daar het mes in moeten zetten."
In die zin was
Torhout/Werchter ook een beetje een bevestiging van The
Scene als serieuze band.
"Dat waren de mooiste optredens die ik
ooit gedaan heb. Maar inderdaad, bij dat soort festivals
word je heel erg die kant uitgeduwd. Je kunt daar niet
een cabaretvoorstelling geven. Op dat soort optredens
vind ik het het mooist als mensen niet bang zijn een heel
klein dingetje te doen. Sinead O'Connor die in haar
eentje met haar akoestische gitaar het hele veld stil
krijgt. Dat gaat door merg en been. Weet je, op Torhout/Werchter
kwam Dave Stewart naar Emilie toe om te zeggen dat-ie ons
zo fantastisch vond. Dat had ik van hem niet verwacht.
Zo'n dingen geven je een enorme kick."
Is er een
specifieke reden waarom 'Open' de titel van de CD
geworden is?
"Het gaat een beetje om de performance.
Ik zit altijd te loeren naar mensen die ik beter vind dan
mezelf, en liefst de allerbesten. En je ziet bij de
allerbeste performers dat ze goed zijn omdat ze elke keer
weer proberen het dieper uit zichzelf te halen, wat ze
over het voetlicht brengen. En dat ze op die manier in
veel gevallen langzaam richting gek worden wandelen. Als
je zoiets ziet, weet je ook dat het zo moet. Dat het niet
anders kan, en daar slaat 'open' op. Open en nog meer
open en nóg meer open. Het slopen van de façade. Niet
dat ze meteen in één-twee-drie gek worden. Maar het is
een proces dat je bij performers ziet gebeuren. Ze
beginnen iets, het is fris van de lever, het heeft succes
en dan willen ze het beter doen. Dan komen ze op dat
traject uit: ik moet meer uit mezelf halen en dan,
hetzelfde verhaal, ik moet m'n façade slopen. Maar ze
komen langs een weg die ik nog niet helemaal snap op een
punt terecht dat ze zichzelf beginnen te haten. Ik
vermoed dat dat komt omdat je het nooit goed genoeg doet,
als je op dat traject zit. Hoe opener je bent, hoe meer
je jezelf openbreekt, hoe valser het er gaat uitzien.
Nee, makkelijk is het niet, dit vak." «
[Media]
|