Biografie The Scene
[Podium]
[The Scene] [Thé Lau]
[Media]
[Foto's]
The
Scene is de Amsterdamse rockband met poëtische teksten rond zanger,
gitarist, componist en producer Thé Lau. In het Noord-Hollandse Bergen
start hij in het begin van de jaren zeventig zijn muzikale carrière in
groepen als Tortilla en Turquoise. Samen met Jan de Hont maakt hij deel
uit van de Amsterdamse country-rockgroep Music Garden en de Neerlands
Hoop Express. In 1979 formeert hij The Scene. In het begin wisselt de
band zowat maandelijks van samenstelling, maar de vele
personeelswisselingen doen geen afbreuk aan het karakteristieke geluid
van de groep. Centraal staan steeds Lau's rauwe, hese stemgeluid en zijn
hypnotiserende composities met zowel Nederlands- als Engelstalige
teksten. Een radiosessie voor VARA's Popkrant en een televisie-optreden
in VARA's Popkaravaan zorgen voor de eerste naamsbekendheid. Begin 1980
wordt The Scene in OOR zelfs uitgeroepen tot Nederlands beste
band-zonder-plaat. In mei verschijnt dan bij Dureco de op twee
nummers na geheel Engelstalige LP 'The Scene', die wel goede recensies
maar geen dito verkoopresultaten oplevert. De plaat wordt gevolgd door de
eigen beheer-singles 'The Beat/Bliss' en 'Stappen/Allied Cigarettes'
(1982). In juni 1983 doet The Scene in het kader van een internationaal
uitwisselingsproject een korte tournee door Polen in het voorprogramma
van het daar enorm populaire Budka Suflera.
Omdat de bandleden liever worden uitbetaald dan dat er gespaard wordt voor een nieuw album duurt het tot 1985 voordat de eigen beheer-LP 'This Is Real' verschijnt, waarop Thé Lau werkt met Kim Snelten op sax en mondharmonica, bassist Dimitri Veltkamp en drummer Kors Eijkelboom. Een reeks simpele, directe eigen beheer-singles volgt: 'S.E.X.' (1986), 'Ritme', 'Wereld' (1987) en een cover van Madonna's 'Borderline' (1988). De singles worden geen hits, maar zorgen wel voor regelmatige aandacht in de media. Vanaf 1987 bestaat The Scene naast Thé Lau uit bassiste Emilie Blom van Assendelft en Wim Zeeman op drums. In deze samenstelling maakt de groep 'Rij Rij Rij', geproduceerd door Rick de Leeuw van de Tröckener Kecks. Gedurende de jaren tachtig maakt Thé Lau overigens zelf naam als producer van onder meer diezelfde Tröckener Kecks, Claw Boys Claw en L'Attentat. Het album verschijnt in december 1988 en de titelsong wordt ook op single uitgebracht. In februari '89 wordt The Scene uitgebreid met toetsenist Otto Cooymans (ex-Hollander, Time Bandits, Vitesse) en wat later ook met gitarist Eus van Someren. Dan verschijnt de single 'Rauw, Hees, Teder'. Drummer Wim Zeeman wordt in januari 1990 vervangen door Jeroen Booy (ex-Roberto Jacketti & The Scooters). Daarmee is de "definitieve" bezetting van de groep compleet. Ook tekent de groep een platencontract bij Phonogram. Dit resulteert in de singles 'Rigoreus' en 'Iedereen Is Van De Wereld' en het volledig Nederlandstalige album 'Blauw'. Het album wordt bijzonder enthousiast ontvangen, en vooral Vlaanderen gaat helemaal plat voor de Amsterdammers, de titelsong 'Blauw' wordt er een enorme hit. Een jaar later krijgt dat succes in België zijn bekroning in de uitnodiging te spelen op het grote, internationale Torhout/Werchter-festival. De band blijft er probleemloos overeind en oogst daarmee veel respect. Mede door het succes en de talloze optredens schiet The Scene als live-act vooruit, en langzaam maar zeker begint ook het Nederlandse publiek de kwaliteiten van de band in te zien. De single 'Blauw' wordt ook hier alsnog een Top 20-hit, en het zowel in België en Nederland goedverkopende album wordt onderscheiden met een Edison. Phonogram brengt ook 'Rij Rij Rij' opnieuw uit. In juli 1991 wordt The Scene door de Stichting Popmuziek Nederland afgevaardigd naar het New Music Seminar in New York, maar doordat de band geteisterd wordt door uitvallende stroom loopt dat optreden op niets uit. Het is de laatste vrijage van Thé Lau met het Engels. In maart 1992 verschijnt 'Open', bijna live opgenomen met opnieuw De Leeuw als producer. De plaat wordt ingehaald als een meesterwerk; OOR spreekt bijvoorbeeld van "een gepassioneerde soulplaat met dwingende rock en een persoonlijke rock & roll-taal." Voor dit opnieuw goedlopende album ontvangt The Scene een tweede Edison. De singles 'Zuster' en 'Open' worden bescheiden hits, de albumtour is een succes en de band is het hoogtepunt op Parkpop in Den Haag. Om de zaken goed te regelen wordt Torhout/Werchter-organisator Herman Schueremans als manager ingeschakeld. Op het Groningse Noorderslag-festival krijgt The Scene in januari 1993 de Popprijs 1992 uitgereikt. De jury prijst "de poëtische Nederlandstalige teksten die zijn ingebed in karakteristieke, sobere arrangementen." In augustus scoren The Scene samen met De Dijk een hit met de splitsingle 'De Wereld Is Van Iedereen' (met daarop 'Iedereen Is Van De Wereld van The Scene en 'Nieuwe Laarzen' van De Dijk), waarvan de opbrengst naar Artsen Zonder Grenzen gaat. Twee maanden later verschijnt het wederom vrijwel live opgenomen 'Avenue De La Scene', ditmaal geproduceerd door Thé Lau zelf. Het album is wat onevenwichtiger en donkerder van toon dan 'Open', en blijkt daardoor in commercieel opzicht een lichte tegenvaller. Als live-act blijft The Scene, in 1994 wederom te zien op Parkpop, echter onverminderd populair. Singles als 'Mijn Straat', 'De Schaduw Van Het Kruis' en het nieuwe 'Slapen, Dromen, Zweten & Vergeten' krijgen wel redelijke airplay, maar worden geen echte hits. In de herfst van dat jaar brengt The Scene een indrukwekkend multimediaal live-pakket uit: het live-album 'The Scene', een live-video en een door Paul Tolenaar gemaakt fotoboek. Ook draagt de band een zeer geslaagde versie van 'Waterdrager' bij aan 'Als De Rook Is Verdwenen...', een eerbetoon aan Boudewijn de Groot. In 1995 ervaart The Scene een wat merkwaardige vorm van waardering als ze in de platenbakken van diverse winkelketens een Zwitserse bootleg-versie van de eerste LP 'The Scene' uit 1980 op CD ontwaren. In de zomer speelt de band twee erg succesvolle concerten op de campingfestivals van Torhout/Werchter. Ondertussen werkt de band hard aan het opnemen van nieuw materiaal, dat voor de verandering eens niet in een dure studio plaatsvindt, maar in de eigen oefenruimte van de band. Op het album 'Arena', dat in april 1996 als eerste Nederlandstalige album op het prestigieuze Island Records verschijnt, levert de romanticus Lau strijd tegen de onverschilligheid van het bestaan. Het door Emile den Tex geproduceerde album, waarop latin percussie en een Spaanse gitaar opduiken, klinkt opener dan voorgaand plaatwerk en kan gerekend worden tot het beste werk van de groep. Vooral tekstueel valt op dat Thé directer en concreter is. Zo veegt hij in het scherpe 'Varken Met Succes' de vloer aan met aalgladde TV-babbelaars, bezingt hij in het bloedstollende 'Junkie Met Talent' Nirvana's Kurt Cobain, en wordt de plaat afgesloten met 'Otto's Imperium', een tien minuten durend gedicht op muziek. Hoewel het album positieve recensies krijgt, valt de verkoop enigszins tegen. Erkenning is er wel in de vorm van een Gouden Harp van de stichting Conamus, die de groep in februari 1997 ontvangt voor haar gehele oeuvre. Thé Lau doet dan juist met pianist Willem Ennes een eerste korte solo-theatertournee onder de naam 'Lau Late Night'. Ook verschijnt begin 1997 een one-artist '2 Meter Sessie'-album, dat materiaal bevat van voor de VARA-radio en televisie opgenomen 2 Meter Sessies uit 1990, 1993 en 1996. Een paar maanden later verlaat toetsenist Otto Cooymans - wegens 'artistieke meningsverschillen', zoals dat dan heet - de groep. Hij wordt vervangen door de dan drieëntwintigjarige conservatoriumstudent Dante Oei, die tevens de plaats van Willem Ennes overneemt bij de soloconcerten van Thé Lau. Hij wordt meteen in het diepe gegooid, want in juni doet The Scene tussen de gewone optredens door een door sigarettenmerk Marlboro gesponsorde serie optredens waarbij ze zeventien hits uit het jaar 1978 coveren, van The Buzzcocks tot David Bowie. Voor de soundtrack van de Vlaamse film 'Gaston's War' neemt Thé Lau de evergreen 'We'll Meet Again' op. Na het succes van de eerste solo-theateroptredens trekt Lau nu elke winter - wanneer er door het gebrek aan festivals tóch altijd al meer ruimte in de agenda is - met Dante Oei langs de Nederlandse en Vlaamse theaters. Anders dan bij de rockconcerten van The Scene, ligt hierbij het accent veel meer op de teksten, en kunnen er meer ballads gespeeld worden. Ondertussen worden er in Brussel opnames gemaakt voor 'Marlene', dat eind april uitkomt en door Lau zelf geproduceerd is. Dit album klinkt opvallend anders dan voorgaand materiaal, met hoofdrollen voor akoestische gitaren en door Dante Oei gearrangeerde strijkers. 'Marlene' krijgt uitsluitend lovende recensies (.."klinkt als herboren"... "de passie is teruggekeerd"... "de beste Scene-schijf"...), maar het album wordt vermalen in fusieperikelen en ontslagdreigingen bij de platenmaatschappij. Daardoor worden singles als 'Marlene' en het majestueuze 'Rivier' nauwelijks op de radio gedraaid, en draait het album uit op een commerciële flop. Daarnaast gaat The Scene - net als op het album - ook live beduidend zachter spelen, wat niet overal even goed valt. Tot overmaat van ramp wordt gitarist Eus van Someren geteisterd door de ziekte van Pfeiffer, zodat hij gedurende een half jaar moet worden vervangen door ex-Sjako!-gitarist (en echtgenoot van bassiste Emilie Blom van Assendelft) Alan McLachlan. Ondertussen brengt The Scene ook een Duitstalige album uit. Omdat het de band wel eens leuk leek om een echte buitenlandse tournee te doen, was jaren geleden al eens geprobeerd om de teksten ongeschonden te vertalen naar het Engels, maar zonder succes. Duitse vertalingen bleken echter wél een goed resultaat op te leveren; Thé Lau claimt dat het Duitse 'Rigoros' zelfs sterker is dan het origineel. Het Duitse album 'Arena' bevat dertien opnieuw opgenomen Scene-klassiekers. Aangezien 'Arena' al even op de plank lag, is op dit album toetsenist Otto Cooymans nog te horen. Van het album verschijnen 'Blau' en 'Diese Welt' ook op single, maar ondanks positieve reacties van onze oosterburen op zowel het album, de singles als op enkele Duitse optredens van The Scene, blijkt het toch bijzonder moeilijk om daar voet aan de grond te krijgen. In de wintermaanden trekt Thé weer langs de theaters en hij brengt in eigen beheer het tijdens de vorige tournee opgenomen solo-live-album '1998' uit. Als in de lente de rust bij de platenmaatschappij is weergekeerd en de borden zijn verhangen krijgt de single 'Wondermooi' een tweede kans en wordt bijna een hit, maar het album is al niet meer te redden. Wel speelt de band weer een serie geslaagde optredens, waarbij ook weer beduidend steviger wordt gespeeld dan tijdens de 'Marlene'-tour. Begin 2000 debuteert Thé Lau als schrijver met de verhalenbundel 'De Sterren Van De Hemel', en er volgt ook weer een uitgebreide solotournee. Daarna begint The Scene meteen weer te spelen, want hoewel het in 1999 betrekkelijk rustig is geweest rond de band, denkt Thé Lau niet aan stoppen: "Ik wil dat The Scene één van die legendarische bands wordt die werkelijk iets in de muziekgeschiedenis van de Lage Landen betekent." De groep heeft een primeur door een nieuwe opname van 'Sabine's Gezicht' (dat al in 1985 op de LP 'This Is Real' stond) alleen uit te brengen als digitale download - lang voordat legale download-services als iTunes in zwang raakten. Half juli verschijnt er dan een echte nieuwe single: 'Helden', dat oorspronkelijk werd gemaakt voor de nieuwe SIRE-televisiespot rond het thema 'De maatschappij, dat ben jij'. De reacties op deze spot waren echter zo positief dat besloten is om het nummer uit werken en er een single van te maken. De radio pakt de single dit keer wél goed op, er wordt een videoclip gemaakt die regelmatig te zien is op clipzenders TMF en The Box, en 'Helden' staat twee maanden lang in de Top 100. In augustus treedt The Scene voor de zesde keer op voor het twaalfduizendkoppige publiek van het Marktrock-festival in Leuven (B). In het najaar verschijnt het zeventien tracks tellende verzamelalbum 'Rauw, Hees, Teder'. Ondertussen blijven ook de oude albums doorverkopen, wat er toe leidt dat de groep bij een optreden in de Amsterdamse Melkweg een platina plaat ontvangt voor 100.000 verkochte exemplaren van 'Blauw'. Met de reeks concerten die volgt op de release van 'Rauw, Hees, Teder' bewijst The Scene dat ze nog steeds in topvorm zijn. In de zomer van 2001 staat de groep dan ook weer met succes op een aantal Nederlandse en Belgische festivals. Thé Lau heeft op dat moment al een aantal songs geschreven voor een toekomstig solo-album, maar het hernieuwde succes van The Scene doet hem overwegen om dat materiaal toch te gebruiken voor een nieuw Scene-album. Het lukt echter niet om het daar met de rest van de groep over eens te worden, dus uiteindelijk kiest Thé er toch voor om een solo-album te maken. Dit solo-album, 'De God Van Nederland', verschijnt in mei 2002. Naast uitgebreide theatertournees speelt Thé Lau met dit nieuwe materiaal, en met een nieuwe band, ook in het club- en festivalcircuit (o.a. weer op het Werchter-festival), waarbij ook de hits van The Scene aan bod komen. Hoewel The Scene sinds het najaar van 2001 al niet meer samen gespeeld heeft, blijft Thé Lau met enige regelmaat in de media verkondigen dat zijn solocarrière niet het einde van de band betekent: "The Scene zal nooit worden opgeheven!". Tot een interview met De Telegraaf op 16 november 2002 (lees hier), waarin hij aangeeft dat het hoofdstuk The Scene nu toch écht is afgesloten... Thé Lau vervolgt dus zijn solo-activiteiten in zowel het theater-, club- en festivalcircuit in wisselende bezettingen, waarin toetsenist Jan-Peter Bast de enige vaste spil is. Achtereenvolgens verschijnen van hem een tekstbundel, de DVD 'The Show' (2003), de roman 'Hemelrijk' (2004), tweede solalbum 'Tempel Der Liefde' (2006) en verhalenbundel 'In De Dakgoot' (2006) - meer daarover op de Thé Lau-bio-pagina. Ook de andere leden van The Scene zoeken nieuwe bezigheden. Je kon/kunt Scene-leden terugvinden in Sype, de Manuëla Kemp Band, The Chedderheadz, Roberto Jacketti & The Scooters, Skelter, de Ruben Hoeke Band, TeNDeRMeN en The Wild Romance. Gitarist Eus van Someren richt zich voornamelijk op zijn werk voor het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. In de zomer van 2006 speelden zowel bassiste Emilie Blom van Assendelft, drummer Jeroen Booy en toetsenist Otto Cooymans met Thé mee, zij het op verschillende festivals. Thé Lau: "Otto ging als vanouds geweldig tekeer, Emilie produceerde haar karakteristieke pulserende basgeluid en Jeroen klonk alsof hij bij U2 inviel, ronkend, zwaar. Later vroeg Jeroen me of ik wilde overwegen nog een keer met The Scene te toeren. Hij had een 'onaf gevoel'. Dat, en het feit dat spelen met alledrie een kick was, deden me besluiten Jeroen te bellen. OK, laten we de koppen bij elkaar steken om te kijken wat iedereen ervan vindt. Het enthousiasme bleek groot. Niet alleen bij Jeroen, Emilie en Otto, maar ook bij vrienden die we ons plan toevertrouwden. Nadere inspectie van keerzijden leerden ons dat die er niet waren. Spelen van oud en vertrouwd repertoire? Absoluut! Er is niets mis met 'Blauw', 'Open', 'Rigoureus', 'Zuster', 'Samen', 'Iedereen Is Van De Wereld'. Welke optredens zullen we doen? Festivals! En een paar geliefde zalen, Paradiso, de AB. Zullen we een CD opnemen? Ja! Dezelfde songs. Misschien met gasten... Misschien nieuwe nummers... Dat soort zaken. Inmiddels weten we dat het enthousiasme overal groot is. En dat we een juist besluit hebben genomen. OK, we doen het!" Die nieuwe CD, eenvoudig maar veelzeggend '2007' getiteld, is er in mei, en bevat tien klassiekers van de band in een nieuw jasje, voorzien van gastbijdragen van Sarah Bettens (k's Choice), Paskal Jakobsen (BLØF) en Tom Barman (dEUS), en aangevuld met twee nieuwe songs. Niet alleen de pers - ‘Parels in een nieuw kleedje, barst van intensiteit, schoonheid en (her)ontdekkingen’ (Cutting Edge), ‘Twaalf keer kippenvel in zakformaat’ (De Morgen) - maar ook het publiek reageert enthousiast: de band viert de release met uitverkochte shows in Paradiso in Amsterdam en de Ancienne Belgique in Brussel, waar overduidelijk wordt dat de fans de band niet zijn vergeten, en vervolgens stort The Scene zich vol overgave op het Nederlandse en Vlaamse festivalcircuit: ‘The Scene steelt show op Bospop’ (Telegraaf), ‘Raak als een uppercut’ (De Morgen), ‘Band van Thé Lau staat op eenzame hoogte’ (NRC), ‘Anno 2007 nog steeds een van de beste Nederlandstalige rockbands’ (nu.nl), ‘Dit was een imposante machine die om het even welk publiek platwalst als nooit te voren. Meer! meer! meer! van dat' (goddeau.com). In de zomer van 2008 speelt The Scene een tweede serie festivalconcerten, en wordt duidelijk dat de band zin heeft in het maken van een "echte" nieuwe plaat. Aan dat nieuwe album wordt een jaar lang gewerkt: de musici nemen hun partijen grotendeels thuis op, en de muziek werd daarna via internet naar Thé Lau gestuurd. Een modern procedé, dat niet geheel zonder risico’s was. "Het had steriel kunnen worden, want samen spelen doe je dus zelden. Maar dat viel reuze mee", zegt Thé. Deze manier van opnemen bood in feite louter voordelen. "Iedereen heeft het op z'n gemak in zijn eigen tijd in kunnen spelen. Creatief is het mede daardoor rijker geworden dan in het verleden, waar iedereen zich toch met elkaars partijen bemoeide. In een studio moet je uit kostenoverwegingen zo snel mogelijk werken, thuis kun je zonder restricties de diepte in gaan." 'Liefde Op Doorreis' is er in oktober 2009: een gevarieerde collectie van dertien liedjes, op een opvallend vrolijk klinkend album. De songs zijn nieuw, behalve de afsluitende Clouseau-cover 'Sterven Op De Planken', dat twee jaar geleden opgenomen werd voor 'Braveau Clouseau', een tribute-album ter gelegenheid van hun 25-jarig jubileum. "We vonden het allemaal nogal geslaagd. De jongens van Clouseau zelf ook; die herkenden hun eigen nummer niet terug", lacht Thé. Vanaf begin februari t/m half mei is de band ook fysiek weer op doorreis, langs de theaters van België en Nederland. Aansluitend een tour langs de Nederlandse en Belgische rockfestivals. Thé en de zijnen beschouwen het als de hoogst bereikbare vorm van geluk: "Ik heb zoveel verschillende projecten gedaan en de meeste met groot genoegen, maar The Scene is een aparte dimensie. Wat wij samen hebben... dat heb je niet met niemand anders." THE SCENE: met: uit het verleden: Klik op één van de namen
voor een kort 'Zelfportret'-interview. |